-
1 liquideren
-
2 liquideren
-
3 liquideren
-
4 liquideren
v. liquidate, sell off, clear -
5 liquideren
likvidera -
6 liquideren
liquider, supprimer -
7 ликвидировать
liquideren, opheffen, elimineren -
8 liquidate
v. sluiten, verwerpen (van een schuld); overgaan tot vloeibare vorm; opheffen (van een onderneming); uitschakelen; vermoorden; failliet gaan[ likwiddeet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 auflösen
auflösen♦voorbeelden:das Geschäft auflösen • de zaak opheffen, liquiderendas Parlament auflösen • het parlement ontbinden¶ in völlig aufgelöstem Zustand • geheel van streek, totaal ontredderdvor Hitze aufgelöst sein • van de warmte uitgeput zijn♦voorbeelden:1 der Verein hat sich aufgelöst • de vereniging is uiteengevallen, ontbondendie Hoffnung löst sich in Luft, Rauch auf • de hoop vervliegt in rook -
10 ликвидировать
v1) gener. afschaffen, liquideren, ongedaan maken (последствия), opheffen, oprollen (учреждение и т.п.)2) navy. opdoeken -
11 go into liquidation
liquideren, failliet gaan -
12 liquidation
n. faillissement; uitschakeling; verwerping (van een schuld)[ likwiddeesjn]♦voorbeelden: -
13 wind up
opwinden; eindigen, concluderen; zich laten opwinden[ wajnd up]♦voorbeelden:you'll wind up with an ulcer • jij loopt nog eens een maagzweer op1 besluiten ⇒ beëindigen, afronden♦voorbeelden:1 wind up a conversation/project • een gesprek/project beëindigen2 omhoogdraaien ⇒ ophalen/hijsen♦voorbeelden:3 be/get wound up • opgewonden zijn/raken -
14 liquider
-
15 ликвидировать
(несов. и сов.) vereffenen, liquiderenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > ликвидировать
-
16 ликвидировать
(несов. и сов.) vereffenen, liquiderenРусско-голландский словарь коммерческих терминов > ликвидировать
-
17 ликвидировать
v1) gener. afschaffen, liquideren, ongedaan maken (последствия), opheffen, oprollen (учреждение и т.п.)2) navy. opdoeken -
18 likvidera
1) liquideren2) opheffen3) afwikkelen -
19 Liquidation
-
20 das Geschäft auflösen
de zaak opheffen, liquideren
- 1
- 2
См. также в других словарях:
liquidieren — Vsw Geschäft auflösen, zu Geld machen, hinrichten erw. fach. (16. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus spl. liquidāre und it. liquidare, zu l. liquidus flüssig , zu l. liquēre flüssig sein . Ein Geschäft wird aufgelöst, indem es in flüssige… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache