-
1 sensibility
n. gevoeligheid; begripvol; gevoelig; begrip; smaak[ sensəbillətie] 〈meervoud: sensibilities〉I 〈telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉♦voorbeelden: -
2 passionateness
n. het hartstochtelijk zijn; lichtgeraaktheid; verlangen; geestdrift -
3 resentfulness
n. lichtgeraaktheid; boosheid; gebelgdheid; haat -
4 touchiness
n. lichtgeraaktheid
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский