-
1 lauweren
lauweren1♦voorbeelden:————————lauweren2♦voorbeelden: -
2 lauweren
lauweren1〈 meervoud〉1 laurels♦voorbeelden:————————lauweren21 [met lauweren kronen] crown with laurels♦voorbeelden: -
3 lauweren
-
4 lauweren
n. laurels -
5 lauweren behalen, plukken, oogsten
lauweren behalen, plukken, oogstenDeens-Russisch woordenboek > lauweren behalen, plukken, oogsten
-
6 lauweren behalen
гл.общ. пожинать лавры -
7 lauweren oogsten
гл.общ. пожинать лавры -
8 op zijn lauweren rusten
op zijn lauweren rusten -
9 op zijn lauweren rusten
op zijn lauweren rustenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op zijn lauweren rusten
-
10 op zijn lauweren rusten
гл.общ. почивать на лаврах -
11 op zijn lauweren rusten
rest on one's laurels -
12 пожинать лавры
vgener. lauweren behalen, lauweren oogsten -
13 laurel
n. laurier; laurier-blad; laurier-tak; laurier-bos--------v. Lauwerkrans dragen; eer en roem bieden aan-[ lorrəl]1 laurier2 〈 vaak meervoud〉lauwerkrans/kroon ⇒ lauwer, erepalm♦voorbeelden: -
14 rest on one's laurels
-
15 laurier
-
16 пожинать лавры
vgener. lauweren behalen, lauweren oogsten -
17 почивать на лаврах
vgener. op zijn lauweren rustenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > почивать на лаврах
-
18 увенчивать лаврами
vgener. lauwerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > увенчивать лаврами
-
19 хвалить
vgener. aanprijzen, prijzen, (iem.) een pluim op zijn hoed steken (кого-л.), (iem.) voogdijschap (iets) prijzen (кого-л., за что-л.), de lofbazuin steken, lauweren, loven, roemen -
20 laureate
adj. (iem.) met lauweren getooid/omhangen/geëerd; een gelauwerd/gevierd (dichter)--------n. prijswinnaar; iemand bekend op zijn gebied[ lo:riət]♦voorbeelden:1 poet laureate • poetus laureatus, hofdichter
- 1
- 2