-
1 quality
adj. kwaliteit(s)--------n. kwaliteit; aard, eigenschap, goede eigenschap, karakteristiek; karakter, natuur; goede kwaliteit[ kwollətie] 〈meervoud: qualities〉1 kwaliteit ⇒ deugd, capaciteit2 eigenschap ⇒ kenmerk, karakteristiek♦voorbeelden:quality of life • leefbaarheid, kwaliteit van het bestaanhave the quality of gaining people's confidence • het vermogen bezitten het vertrouwen van de mensen te winnenin the quality of President • in de hoedanigheid van PresidentII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; ook attributief〉1 kwaliteit ⇒ waarde, gehalte♦voorbeelden:quality newspaper • kwaliteitskranthigh/low quality wood • hout van goede/slechte kwaliteitof poor/good quality • van slechte/goede kwaliteitpeople of quality • mensen van standing -
2 quantity
n. hoeveelheid; maat; grote hoeveelheid; grootte[ kwontətie] 〈meervoud: quantities〉1 hoeveelheid/aantal ⇒ som, portie3 kwantiteit ⇒ hoeveelheid, omvang♦voorbeelden:1 in large quantities • in grote aantallen/hoeveelheden2 a negligible quantity • een te verwaarlozen hoeveelheid; een persoon/zaak waarmee geen rekening gehouden hoeft te wordenan unknown quantity • een onbekende (grootheid); een nog niet doorgronde/berekenbare persoon→ quality quality/ -
3 volume
n. boek; deel (van een boekenreeks); capaciteit; bijvoegsel; volume; graad van geluidsterkte; hoeveelheid, kwantiteit, omvang[ voljoe:m]1 (boek)deel ⇒ band, bundel2 jaargang♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
4 intelligence evaluation
inlichtingen waardebepaling (onderzoek op kwaliteit en kwantiteit van inlichtingen voor bepaling van situatie)
См. также в других словарях:
Gustaaf Schamelhout — Anthropologue Flamingant Pneumologue XXe siècle Gustaaf Schamelhout … Wikipédia en Français
Quantität — Sf std. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. quantitās ( ātis), einem Abstraktum zu l. quantus von welcher Größe, wie groß , einer Adjektivbildung zu l. quam wie, in welchem Grade . Adjektiv: quantitativ; Verb: quantifizieren. Ebenso nndl.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache