-
1 kraakbeen
-
2 kraakbeen
-
3 kraakbeen
сущ.анат. хрящ -
4 kraakbeen
hetKnorpel m -
5 kraakbeen
n. cartilage, gristle -
6 kraakbeen
o -
7 kraakbeen
kıkırdak s -
8 hrskavica
kraakbeen -
9 cartilage
-
10 gristle
-
11 arytenoid
adj. mbt twee kleine kraakbeenbotjes gelokaliseerd bovenaan ringvormig kraakbeen in het strottenhoofd; van of mbt klieren of spieren bevestigd aan de twee bekervormig kraakbeenderen in het strottenhoofd (Anatomie)--------n. bekervormig kraakbeen (in samenvoeging "cartilago arythaenoidea") -
12 cartilage
-
13 хрящ
-
14 cartilaginous
-
15 gristly
-
16 achondroplasia
n. ziekelijke stoornis i.d. ontwikkeling v.h. kraakbeen (in geneeskunde-stoornis in groeiontwikkeling) -
17 chondrify
v. Omzetten tot kraakbeen -
18 chondromatous
adj. v. soort zwelling, van kraakbeen vorming door metaplasie i.d. synovia van gewrichten, peesscheden en bursae -
19 cricoid
adj. van ringvormig kraakbeen -
20 ectosteal
adj. van beenvorming van het kraakbeen (van buiten naar binnen)
Страницы
- 1
- 2