-
1 kortzichtig
♦voorbeelden: -
2 kortzichtig
-
3 kortzichtig
непредусмотрительный; недальновидный; узколобый* * *близорукий; перен. недальновидный* * *прил.1) общ. близорукий2) перен. недальновидный -
4 kortzichtig
adj. short-sighted, near sighted, purblind -
5 kortzichtig
1) kortsynt2) närsynt -
6 kortzichtig
gözü kör adj -
7 kortzichtig
myope -
8 een kortzichtig persoon
een kortzichtig persoon -
9 kratkovidan
kortzichtig -
10 weak-sighted
kortzichtig -
11 one track minded
kortzichtig; op één wijze denkend, zich aan een onderwerp vastklemmend -
12 shortsighted policy
kortzichtig beleid -
13 rétrécir
rétrécir [reetreesier]1 krimpen ⇒ kleiner, nauwer, smaller wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vernauwen ⇒ kleiner, smaller maken, innemen2 bekrompen maken ⇒ kortzichtig, kleingeestig maken2 bekrompen worden ⇒ kortzichtig, kleingeestig worden1. v1) krimpen2. se rétrécirv -
14 short-sighted
-
15 myope
myope [mjop]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 bijziend♦voorbeelden:→ taupeadj1) bijziend2) kortzichtig -
16 imprévoyant
imprévoyant [ẽpreevwaajã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 kortzichtig ⇒ zorgeloos, onbedachtzaam♦voorbeelden: -
17 kurzsichtig
-
18 близорукий
bijziend, kortzichtig -
19 близорукий
adjgener. bijziend, kippig, kortzichtig -
20 недальновидный
adjliter. kortzichtig
Страницы