-
1 egregious
adj. kolossaal, verschrikkelijk[ igrie:dzjəs] 〈 egregiousness〉 -
2 spanking
adj. prachtig; snel; heerlijk; fiks--------adv. heel, in het geheel; stevig, f; fiks--------n. pak voor de broekspanking1[ spængking] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————spanking21 kolossaal ⇒ mieters, prima2 kwiek ⇒ vlug, krachtig♦voorbeelden:————————spanking31 kolossaal ⇒ mieters, prima♦voorbeelden: -
3 bulk
n. massa; grootste deel--------v. kolossaal; een belangrijke rol spelenbulk1[ bulk]1 kolos ⇒ gevaarte, massa♦voorbeelden:1 (grote) massa ⇒ omvang, volume♦voorbeelden:in bulk • onverpakt, los; in het groot————————bulk2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:¶ mining bulks large in this town • de mijnbouw is nadrukkelijk aanwezig/bepaalt het beeld in deze stad -
4 colossal
-
5 dimension
-
6 huge
adj. reusachtig; groot; enorm[ hjoe:dzj] 〈huger; hugeness〉1 reusachtig ⇒ kolossaal, enorm♦voorbeelden: -
7 hulking
-
8 jumbo
adj. reusachtig, zeer groot van afmetingen; jumbo--------n. reusachtig, zeer groot van afmetingen (mens, dier, ding); jumbojumbo1[ dzjumboo] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 verkorting〉[jumbo jet]————————jumbo2, jumbo-sized1 kolossaal ⇒ jumbo-, reuze- -
9 man-size
-
10 mighty
-
11 monumental
adj. monumentaal, reusachtig[ monjoementl]♦voorbeelden:1 monumental pillar • gedenkzuil/naaldmonumental ignorance • monumentale domheid -
12 of great dimensions
-
13 snorter
-
14 stupendous
-
15 sweeping
adj. meeslepen; omvangend; algemeen--------n. het vegen[ swie:ping]1 verreikend ⇒ veelomvattend, ingrijpend♦voorbeelden:sweeping statement • apodictische uitspraak -
16 swingeing
adj. kolossaal, reusachtig, geweldigswingeing, swinging[ swindzjing] 〈 voornamelijk Brits-Engels〉♦voorbeelden:swingeing cuts • zeer drastische bezuinigingen -
17 thumping
adj. kolossaal; grootsthumping1[ θumping] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 bonzend♦voorbeelden:————————thumping2 -
18 thundering
-
19 vast
adj. onmetelijk, kolossaal[ va:st] 〈 vastness〉1 enorm (groot) ⇒ geweldig, onmetelijk♦voorbeelden:vast territory • uitgestrekt gebiedvastly exaggerated • vreselijk overdrevenprices have vastly increased • de prijzen zijn ontzettend gestegen -
20 whacking
adj. groot, enorm (slang)--------n. pak slaagwhacking1[ wæking] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————whacking2〈bijvoeglijk naamwoord; bijwoord〉 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉♦voorbeelden:
- 1
- 2