-
1 koesteren
нежить; холить; пригреть, приголубить; питать; таить, затаить; беречь; дорожить; греть, согреть* * *(d)1) греть, согревать2) питать, лелеять (чувство) (tegen, voor — к)3) заботиться ( о ком), ухаживать (за кем)* * *гл.общ. греть, заботиться, питать, баловать, изнеживать, лелеять, ухаживать, холить, ходить за (кем-л.), согревать (о солнце и т.п.) -
2 't voornemen koesteren
сущ.общ. иметь намерение -
3 een adder aan zijn boezem koesteren
Dutch-russian dictionary > een adder aan zijn boezem koesteren
-
4 haat koesteren
гл. -
5 hoop koesteren
гл.общ. питать надежду (tegen-ñ) -
6 liefde koesteren
сущ.общ. питать любовь (tegen-ñ) -
7 twijfel koesteren
гл.общ. сомневаться -
8 vrees koesteren
гл.общ. бояться -
9 wantrouwen koesteren
гл.общ. питать недоверие -
10 zich in de zon koesteren
гл.общ. греться на солнце -
11 zich koesteren
гл.общ. греться, согреваться -
12 illusie
-
13 баловать
-
14 бояться
v1) gener. bang, ontzien, schuwen, vrezen, bang zijn voor, benauwd zijn voor (чего-л.), beschroomd zijn, bevreesd zijn voor, duchten, een afschrik hebben (van-êîãî-ô., ÷åãî-ô.), in zijn rikketik zitten, schromen, tegen (iets) opzien (чего-л.), versagen, voogdijschap (iem.) vrezen (кого-л.), voor (iets) beducht zijn (чего-л.), vrees koesteren, vrezen voor (кого-л., чего-л.), zich bezwaard maken over (iets) (чего-л.), zijn hart vasthouden2) colloq. 'em knijpen, piepzak zitten -
15 греть
vgener. koesteren, warmen -
16 греться
vgener. zich koesteren, zich warmen, zich zonnen -
17 греться на солнце
vgener. zich in de zon bakeren, zich in de zon koesteren -
18 заботиться
vgener. behartigen (о чьём-л. благополучии), bezorgen, koesteren, verplegen (о ком-л.), zorgen (voor-î), soigneren, verzorgen (o êîì-ô., ÷ëì-ô.), zich bekommeren, zich bekreunen, zich bezorgd maken (over-î), zorg dragen (voor-î) -
19 изнеживать
vgener. verwekelijken, verwijven, koesteren -
20 иметь намерение
vgener. toedenken (дать, подарить и т.п.), voorhebben, 't voornemen koesteren, (какое-л.) (iets) in zijn wapen voeren, bedacht zijn op, zich voornemen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Schlange — Eine Schlange am Busen nähren (wärmen, erziehen): jemandem Gutes tun, den man für seinen Freund hält, der sich aber später als undankbar und verräterisch erweist, jemandem zu Unrecht vertrauen, am scheinbar besten Freund den gefährlichsten Feind… … Das Wörterbuch der Idiome