-
1 tack
n. kopspijkertje, nageltje; koers, boeg--------v. loeven, overstag gaan, laveren; v. koers veranderentack1[ tæk] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 scheepvaart〉 koers 〈 ten opzichte van de stand der zeilen en de windrichting〉 ⇒ boeg 〈 bij het laveren〉4 koers(verandering) ⇒ strategie, aanpak♦voorbeelden:→ brass brass/————————tack2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 demand elasticity
elasticiteit van aanvraag (verandering van de koers bij aanvraag van produkt in verhouding tot verandering van prijsverandering) -
3 adjusted amount
Aangepast bedrag (het bedrag na verandering in koers) -
4 circulation medium multiplier
verdubbelen van betalingsmiddel (koers die de hoeveelheid van verandering van hoeveelheid geld op de markt bepaalt als gevolg van drukken van muntstuk door de regering (in economie)) -
5 index number
indexnummer (koers, cijfer dat percentele verandering aangeeft)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский