-
1 kleinigheid
bagatèlDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > kleinigheid
-
2 small detail
kleinigheid, onbelangrijk (iets) -
3 bagatelle
bagatelle [baagaatel]〈v.〉1 iets onbenulligs ⇒ kleinigheid, bagatel2 luttel bedrag ⇒ (lief) sommetje, bagatel♦voorbeelden:elles se sont disputées pour une bagatelle • ze hebben om een kleinigheid ruzie gemaakt2 ça lui a coûté la bagatelle d'un million de francs • dat heeft hem zo'n slordige één miljoen frank gekostj'ai acheté cela pour une bagatelle • ik heb dat voor een habbekrats gekochtf1) kleinigheid2) nummertje [seks] -
4 fleabite
n. vlooienbeet; onbelangrijke afwijking; kleinigheidfleabite -
5 trifle
n. kleinigheid--------v. futselen, spelen, spotten[ trajfl]2 habbekrats ⇒ prikje, schijntje3 beetje♦voorbeelden: -
6 babiole
-
7 bêtise
bêtise [bettiez]〈v.〉♦voorbeelden:1 dire des bêtises • onzin uitkramen, verkopenpar bêtise • uit domheidf1) domheid, dwaasheid2) stommiteit3) kleinigheid -
8 paille
paille [paaj]〈v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:des gants paille • (stro)gele handschoenenla paille et la poutre • (de gelijkenis van) de splinter en de balktirer à la courte paille • strootje trekken→ hommef1) stro, strootje2) rietje3) kleinigheid -
9 poussière
poussière [poesjer]〈v.〉1 stof♦voorbeelden:poussières volcaniques • vulkanische asenlever, ôter la poussière • stoffen, stof afnemenfaire de la poussière • stuiven, stof doen opwaaienune poussière d' étoiles • een sterrenwolktomber en poussière • tot stof vergaan→ grainf1) stof(je)2) kleinigheid -
10 rien
rien1 [rjẽ]〈m.; ook bijwoord, v.〉♦voorbeelden:comme un rien • alsof het niets is¶ 〈ook v.〉 un(e) rien du tout • nietsnut, vent, vrouw van niets; lor————————rien2 [rjẽ]♦voorbeelden:ce n'est rien • het is niets, het valt wel meeil n'en est rien • er is niets van waarcela ne fait rien • dat geeft nietson n'y peut rien • daar, er is niets aan te doenje ne sais rien • ik weet van nietsça ne sert à rien • dat dient nergens toe, dat is zinloos〈 in casino〉 rien ne va plus • rien ne va plus, niets telt meerplus rien • niets meerrien à dire • daar valt niets tegen in te brengenrien d' étonnant si • helemaal niet zo vreemd datcela n'a rien d' impossible • dat is helemaal niet onmogelijkelle n'a rien d' une ingénue • zij heeft niets van het onschuldige jonge meisjeavoir l'air de rien • er heel onschuldig uitzienavoir un petit bobo de rien du tout • een heel klein wondje hebbenune fille de rien • een sletcomme si de rien n'était • alsof er niets aan de hand wasJe vous remercie. De rien • Dank u wel. Geen dank, tot uw dienstil ne s'agit de rien de moins que • het gaat om niets meer of minder danrien de tel • niets is er zo goedrien du tout • helemaal nietsen rien • in wat dan ook, waar dan ook inc'est pour rien! • dat is voor niets!comme rien • alsof het niets isil n'a rien que son salaire • hij heeft alleen zijn salarisc'est deux fois, trois fois rien • het stelt niets voorc'est cela ou rien • het is kiezen of delen————————rien3 [rjẽ]♦voorbeelden:1. m1) kleinigheid2) een beetje2. pron -
11 Pappenstiel
-
12 пустяк
bagatel, kleinigheid -
13 безделица
ngener. niemendalletje, vleugje, keutelarij, kleinigheid, nesterij, niemendal, wissewasje -
14 мелочь
n1) gener. niemendalletje, akkefietje, akkevietje, hapje, kleintje, kriel, niemendal, bagatel, beuzelarij, frutje, futiliteit, futselarij, gruizel, grut, keutelarij, klein, klein geld, kleine, kleingeld, kleingoed (о предметах, рыбах и т.п.), kleinigheid, nesterij, pasgeld, pasmunt, wissewasje2) scorn. galanterienkraam, galanterieënkraam -
15 пустяк
ngener. makkie, niemendalletje, flikker, bagatel, beuzelachtigheid, keutelarij, kleinigheid, nesterij, niemendal, prul -
16 a fly in the ointment
(Slang) afleidend element, iets dat afleidt; een kleinigheidje dat het geheel bederft; terugtrekking -
17 all this fuss over a trifle
-
18 bagatelle
-
19 bit
n. bit (computers), binaire cijfer--------n. stukje; beetje; klein muntstuk; boor; bit (in de mond v.e. paard)[ bit]2 beetje ⇒ stukje, kleinigheid3 beetje ⇒ ogenblikje, momentje6 schaafijzer/beitel/mes♦voorbeelden:〈 informeel〉 a bit at a time • bij beetjes, stukje voor stukjethat was a bit much for me • dat was me wat te veel〈 informeel〉 bit by bit • bij beetjes, stukje voor stukjetear something to bits • iets in stukken/stukjes scheurennot a bit better • geen haar beternot a bit (of it) • helemaal niet(s), geen zierhe is a bit of a liar • hij is nogal een leugenaara bit of advice • een goede raada bit of news • een nieuwtje3 wait a bit! • wacht even!take the bit between its teeth • op hol slaan 〈 van paard〉; 〈 figuurlijk〉 (te) hard van stapel lopen -
20 detail
n. detail; eenheid--------v. tot in bijzonderheden, uitvoerigdetail1[ die:teel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 detail ⇒ bijzonderheid, kleinigheid2 kleine versiering/decoratie ⇒ detail♦voorbeelden:explain something in detail • iets tot in detail(s) uitleggenin (great/much) detail • uitvoerigdetails, details/but that is a detail • een kniesoor die daarop let————————detail2〈 werkwoord〉
См. также в других словарях:
Subjunctive mood — In grammar, the subjunctive mood (abbreviated sjv or sbjv) is a verb mood typically used in subordinate clauses to express various states of irreality such as wish, emotion, possibility, judgment, opinion, necessity, or action that has not yet… … Wikipedia
Kleinigkeit — 1. Et is keine Kleinigkeit, wenn de Osse in der Wèige list. In Danzig; Dat s kên Klênet, wenn t Pêrd in de Wêg liggt. (Frischbier, 3042.) In Schwaben: S ist keine Kleinigkeit, wenn man einen Ochsen in der Wiege wieget. (Birlinger, 408.) Holl.:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon