-
1 jeunesse
jeunesse [zĵunnes]〈v.〉1 jeugd ⇒ kinder-, jongelingsjaren♦voorbeelden:n'être plus de la première jeunesse • niet zo jong meer zijnprime jeunesse • prille jeugd1. f1) jeugd, kinderjaren2) jeugdigheid3) jeugd, jongelui2. jeunessesf pl -
2 youth
n. jeugd; jongeling[ joe:θ] 〈meervoud: youths [joe:ðz]〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:from youth onwards • van jongs af (aan)III 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden: -
3 jeune
jeune [zĵun]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord, m.〉1 jong4 jeugdig♦voorbeelden:une jeune fille • een meisjejeunes gens • jongeluijeune homme • jonge man, jongmensmourir jeune • jong stervenles jeunes 〈m.〉 • de jongelui, de jeugd1. m/fjongmens/jonge vrouw2. jeunesm pljeugd, jongeren3. adj1) jong2) recent, nieuw3) naïef4) jeugdig5) uit de jeugd6) krap, kort -
4 молодой человек
-
5 молодые люди
ngener. jongelieden, jongelui -
6 юноша
ngener. borst, jongelieden, jongeling, jongelui, jongmens -
7 a couple of youths were waiting for him
English-Dutch dictionary > a couple of youths were waiting for him
-
8 young
adj. jong; aan het begin; vers; nieuw, zojuist gearriveerd--------n. jongen (v. dier); jeugdyoung1[ jung] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 with young • drachtig, zwanger————————young2〈bijvoeglijk naamwoord; younger [junggə]〉1 jong ⇒ pasgeboren, klein; nieuw, vers, fris4 jeugdig♦voorbeelden:1 young child • klein kind, kindjea young family • een gezin met kleine kinderenyoung fry • klein grutyoung and old • jong en oud3 young Smith • Smith junior, de jonge Smiththe younger Smith, Smith the younger • de jongere/jongste Smith4 one's young day(s) • iemands jonge tijd/jaren¶ young blood • nieuw/vers bloed, nieuwe ideeën/mensenyoung lady • schat, lieveling〈 politiek〉 Young Turk • revolutionair, rebelyoung turk • wildebras -
9 lad mag
magazine voor jongelui met onderwerpen als sex, sport en andere onderwerpen die jongeren interesseren -
10 neglected youth
verwaarloosde jeugd (jongelui die zonder zorg van ouders opgroeiden) -
11 young talents
jonge talenten (jongelui die bijzondere kwaliteiten vertonen in verschillende kunstrichtingen) -
12 gens
gens [zĵã]〈m. of v., meervoud〉1 mensen ⇒ lieden, lui♦voorbeelden:droit des gens • volkenrechtgens d'Eglise • geestelijkengens de lettres • letterkundigengens de maison • (huis)bediendendes gens du monde • mensen uit de hoogste kringengens de robe • juristengens du voyage • circusartiestendes gens bien, comme il faut • fatsoenlijke mensend'honnêtes gens • brave mensenles jeunes gens • de jongeluipetites gens • kleinburgers, kleine luidengens sans aveu • schorremorrie, booswichtenm/f plmensen, lieden -
13 jeunes gens
jeunes gens -
14 jeunesse dorée
jeunesse dorée -
15 les jeunes
les jeunes 〈m.〉de jongelui, de jeugd -
16 les jeunes gens
les jeunes gens -
17 Jungvolk
-
18 Leute
Leute♦voorbeelden:die feinen Leute • de hogere standen, de notabelendann sind wir geschiedene Leute! • dan is het uit tussen ons!kleine Leute • eenvoudige luietwas unter die Leute bringen • iets bekendmakenetwas kommt unter die Leute • iets wordt, raakt bekendLeute vom Lande • plattelandsbewoners〈 spreekwoord〉 allen Leuten recht getan, ist eine Kunst, die niemand kann • ±imen kan het niet iedereen naar de zin maken/i -
19 die jungen Leute
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский