-
1 intransitief
-
2 intransitief
1 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 intransitif/intransitive (< afkorting> intr.); 〈 bijwoord〉 intransitivement -
3 intransitief
прил.грам. непереходный -
4 intransitief
I.intransitivII.hetIntransitiv n -
5 intransitief
intransitivoDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > intransitief
-
6 intransitief
intransitif -
7 intransitief
intransitivo -
8 intransitief werkwoord
hetintransitives Verb n -
9 een intransitief werkwoord
een intransitief werkwoordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een intransitief werkwoord
-
10 intransitivo
intransitief, onovergankelijkDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > intransitivo
-
11 intransitivo
intransitief, onovergankelijk -
12 intransitive
adj. intransitief (onovergankelijk)--------n. onovergankelijk -
13 непереходный
adjgram. intransitief, onovergankelijk -
14 intransitively
adv. intransitief, onovergankelijk (werkwoord) -
15 intransitif
intransitif [ẽtrãsietief]♦voorbeelden: -
16 непереходный
adjgram. intransitief, onovergankelijk -
17 intransitiv
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский