-
1 integreren
1 [algemeen] intégrer1 [tot één geheel worden] s'intégrer♦voorbeelden:1 de nieuwe bewoners integreerden snel met de autochtone bevolking • les nouveaux habitants s'intégrèrent vite à la population autochtone -
2 integreren
♦voorbeelden:een integrerend (bestand)deel uitmaken van iets • be/form an integral part of something -
3 integreren
объединить, слить; интегрировать* * *гл.1) общ. включить в состав, интегрировать, объединить, объединять, осуществлять интеграцию, присоединить, соединять, составить единое целое, составлять целое2) матем. составлять единое целое -
4 integreren
integrieren -
5 integreren
v. integrate, mix, merge, blend; join, unite -
6 integreren
ww -
7 integreren
• to integrate -
8 integreren naar X
гл.матем. интегрировать по X -
9 интегрировать
integreren -
10 to integrate
integreren -
11 integrate
v. geïntegreerd worden, integreren[ intigreet]1 geïntegreerd worden ⇒ integreren, deel gaan uitmaken (van)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 integreren ⇒ tot een geheel samenvoegen/aanvullen -
12 intégrer
intégrer [ẽteegree]1 integreren ⇒ (als bestanddeel) invoegen, (in 't geheel) opnemenv(s'intégrer (à, dans)) zich integreren (in), geheel opgenomen worden (in) -
13 insérer
insérer [ẽseeree]1 opnemen ⇒ invoegen, bijsluiten♦voorbeelden:insérer une greffe • entenfaire insérer une annonce (dans) • een advertentie plaatsen1 opgenomen worden ⇒ geplaatst worden, plaatsvinden♦voorbeelden:v1) opnemen, invoegen2) integreren, aanpassen -
14 integration
n. integratie, het integreren[ intigreesjn] -
15 assimiler
assimiler [aasiemielee]1 vergelijken ⇒ over één kam scheren, gelijkstellen2 zich vergelijken ⇒ gelijk worden, gelijkgesteld worden1. v2) assimileren, integreren3) verwerken, opnemen [kennis]4) verteren, opnemen2. s'assimilerv3) opgaan (in) [etnisch]4) zich eigen maken, verwerven [kennis] -
16 включить в состав
vgener. integrerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > включить в состав
-
17 интегрировать
vgener. integreren -
18 интегрировать по X
vmath. integreren naar XRussisch-Nederlands Universal Dictionary > интегрировать по X
-
19 объединить
-
20 объединять
v1) gener. integreren, samenvatten, unieren, verenen, verenigen2) liter. aaneenlassen, binden, versmelten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
integrieren — Vsw erw. fach. (18. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus l. integrāre (integrātum) wiederherstellen, ergänzen , zu l. integer unversehrt, unberührt, unbefangen, unbescholten , das zu l. tangere (tāctum) berühren gebildet ist. Abstraktum:… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache