-
1 frame
n. lijst; montuur; kozijn; bouw; lichaamsbouw; humeur; beeld (in film); (op internet) protocol dat "gegevenspakket" bevat met adresveld en slotveld--------v. ontwerpen, uitdenken, formuleren, vormen, verzinnen; inlijsten, omlijsten; (iem.) erin luizen, (opzettelijk) vals beschuldigenframe1[ freem] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 (het dragende) geraamte 〈 van een constructie〉 ⇒ skelet 〈 houtbouw〉; frame 〈 van fiets〉; raamwerk, chassis2 〈 benaming voor〉 omlijsting ⇒ kader, kozijn; 〈 ook meervoud〉 montuur 〈 van bril〉; raam 〈 van venster, weeftoestel e.d.〉3 achtergrond ⇒ omgeving, omlijsting4 lichaam ⇒ gestel, bouw♦voorbeelden:————————frame2〈 werkwoord〉1 〈 benaming voor〉 vorm geven aan ⇒ ontwerpen, uitdenken; formuleren, uitdrukken; vormen, vervaardigen; verzinnen, zich inbeelden2 inlijsten ⇒ omlijsten, als achtergrond dienen voor3 het geraamte in elkaar zetten van ⇒ bouwen, construeren♦voorbeelden:1 the government framed a plan for fighting inflation • de regering ontwierp een plan voor de inflatiebestrijding -
2 remount
n. vers paard; remonte (het voorzien van verse paarden)--------v. opnieuw opstijgen[ rie:maunt]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opnieuw bestijgen/beklimmen -
3 enframe
v. inlijsten -
4 frame a picture
een foto inlijsten -
5 glass a picture
een foto inlijsten -
6 picture framing
het inlijsten van portretten -
7 utility program
dienstenprogramma (computerprogramma die hulphandelingen uitvoert inlijsten van gegevens)
См. также в других словарях:
enlist — 1590s, from EN (Cf. en ) (1) make, put in + LIST (Cf. list) (n.). Possibly suggested by Du. inlijsten to write on a list. Related: Enlisted; enlisting … Etymology dictionary