-
1 inklappen
1 [mentaal instorten] break down♦voorbeelden:1 na een druk weekend inklappen • break down/collapse after a busy weekendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naar binnen vouwen] fold in/up♦voorbeelden: -
2 inklappen
1 [mentaal instorten] s'effondrer (psychiquement)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [naar binnen vouwen] rabattre -
3 inklappen
• to collapse -
4 inklappen
-
5 na een druk weekend inklappen
na een druk weekend inklappen -
6 de poten van een klaptafel inklappen
de poten van een klaptafel inklappenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de poten van een klaptafel inklappen
-
7 na een druk weekend inklappen
break down/collapse after a busy weekendVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > na een druk weekend inklappen
-
8 to collapse
inklappeninvalleninzakkenknikkenneerklappenomklappenterugvallen -
9 escamoter
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский