-
61 fokken
-
62 fout
fout1〈de〉2 [verkeerde handeling] mistake ⇒ error, 〈 overtreding bij sport〉 foul, fault 〈 in het bijzonder bij tennis, paardensport enz.〉♦voorbeelden:1 zijn fout is dat … • the trouble with him is that …iemand op zijn fouten wijzen • point out someone's faults; 〈op een beledigende manier; informeel〉 rub someone's nose in itniemand is zonder fouten • nobody's perfecteen medische fout • medical malpracticemenselijke fout • human errorde oude fout maken • fall into the (same) old errorseen fout in een berekening • a miscalculationzonder fouten schrijven • spell correctly————————fout21 [mis(lukt)] wrong♦voorbeelden:wat is er fout aan …? • what's wrong with …?iets fout rekenen • consider something wrongII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden: -
63 gaan
1 [zich verplaatsen] go ⇒ move3 [zich begeven] go4 [+ onbepaalde wijs] [beginnen te] go, be going to5 [in beweging zijn, functioneren] go ⇒ run6 [losraken] come7 [plaatshebben] go ⇒ be, run9 [begrepen zijn in] go ⇒ fit11 [+ over] [tot onderwerp hebben] be (about)♦voorbeelden:een uur gaans • an hour's walk〈 figuurlijk〉 hoe gaat dat liedje ook weer? • how does that song go (again)?hé, waar ga jij naar toe? • where are you going?; 〈 achterdochtig〉 where do you think you're going?het gaat niet zo best/slecht met de patiënt • the patient isn't doing so well/so badlyhoe laat gaat de trein? • what time does the train go?ze zien hem liever gaan dan komen • they're glad to see the back of himik moet (nu) gaan • I must go/be going/off (now)ik ga ervandoor • I'm going/offdie twee gaan uit elkaar • those two are breaking upvan tafel gaan • leave the tableik ga! • I'm going!; 〈 informeel〉 I'm off!ga nu maar • off you go nowaan de kant gaan • move aside〈 figuurlijk〉 er gaat niets boven … • nothing beats …zijn gezin gaat bij hem boven alles • his family comes first (with him)zaken gaan voor het meisje • business before pleasure4 hij wil medicijnen gaan doen • he wants to do/study medicinegaan kijken • go and (have a) lookgaan liggen/staan/zitten • lie down, stand up, sit downgaan slapen • go (off) to bedga er maar eens aan staan • it's no picnic, it's not the easiest thing in the worldze gaan trouwen • they're getting marriediets gaan waarderen • come to appreciate somethinggaan wandelen/zwemmen • go for a walk/swim, go walking/swimmingaan het werk gaan • set to work〈 ironisch〉 ik ga (me) daar een beetje in de rij staan • I am (definitely) not going to join that queueals alles goed gaat • if all goes welldat kon toch nooit goed gaan • that was bound to go wronghoe is het gegaan? • how was it? how did it/things go?nou, dat ging zo • well, it was like thisalles gaat naar wens • everything's as it should beals het even gaat • if at all possibledat gaat zomaar niet • you can't just do thatik heb het al zo vaak geprobeerd, maar het gaat niet • I've tried it so often, but it won't workzo gaat het niet langer • things can't go on like thiser gaan 5 volwassenen in • it'll take 5 adultser gaat een liter in die fles • that bottle will take a litreer gaan zes glazen uit een fles • you can get six glasses out of a bottlezij gaat over de typekamer • she's in charge of the typing-pool11 waar gaat die film over? • what's that film about?zijn verhaal gaat er wel in bij de stakers • his speech went down (well) with the strikersdit type gaat eruit • this model's on the way outopzij gaan • give way to, make way for, go to one sidevoor niemand opzij gaan • make way for no man, yield/give way to no one〈 zoek raken〉 verloren gaan • get/be lostvreemd gaan • be unfaithfulvrijuit gaan • get offdaar gaan we weer • (t)here we go againin het zwart gekleed gaan • be dressed in blackhet gaat allemaal langs haar heen • it all goes (right) over her headmet iemand gaan • go out with someonewe hebben nog twee uur te gaan • we've got two hours to gozich te buiten gaan aan • overindulge inom kort te gaan • to cut a long story shortII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gesteld zijn] be ⇒ go2 [geschieden] be ⇒ go, happen3 [+ om] [te doen zijn] be (about)♦voorbeelden:hoe gaat het (met u)? • how are you?, how are things with you?hoe gaat het op het werk? • how's (your) work (going)?, how are things (going) at work?het gaat hem niet slecht • he's not doing badlyje weet hoe dat gaat • you know how it is/things are/it goeszo gaat het nu altijd • it's always like thatzo gaat dat in het leven • that's lifedaar gaat het juist om • that's the whole pointhet gaat hem er alleen om dat … • all (that) he's concerned about is that …het gaat erom of … • the point is whether …het gaat om het principe • it's the principle that mattershet gaat om je baan • your job is at stakehet gaat hier om een nieuw type • we're talking about a new type -
64 geil
geil1————————geil21 randy, horny♦voorbeelden:een geile blik • a leer(ing look)geil maken • turn/switch onzo geil als boter • as randy as an old goat -
65 groot
4 [de genoemde afmeting hebbend] in size5 [uitgebreid] great6 [belangrijk] great7 [intens] great8 [uitmuntend] great♦voorbeelden:een veel te grote jas • a jacket which is much too big/largeeen tamelijk grote kamer • quite a big/large roomde kans is groot dat … • there's a good chance that …de kans is niet groot dat … • there's not much of a chance that …een zo groot mogelijk stuk • as big/large a piece as possibledat is de grootst mogelijke onzin • that is utter/absolute nonsensegroter gaan wonen • move (in)to a bigger houseop één na de grootste • the next to largest2 wat ben jij groot geworden! • how you've grown!hij wordt groter dan zijn vader • he's going to be taller than his fatherde grootste van de twee • the bigger of the twode grootste van de drie • the biggest of the threehij is 5 cm groter dan zij • he is 5 cm taller than she isde grote mensen • the grown-upsvoor groot en klein • for young and oldals ik groot ben, word ik popzanger • I'm going to be a pop singer when I grow updaar ben je te groot voor • you're too big for that (sort of thing)het tekort is tien miljoen groot • the size of the deficit is ten million(s)〈 informeel〉 hoe groot is de schade? • what is the extent of the damage?; 〈 informeel〉 what's the damage?twee keer zo groot als deze kamer • twice as big as this roomeen grote hoeveelheid geld • a large amount of moneyGroot Londen • Greater Londoneen steeds groter aantal • _an increasing/a growing numberhij doet alles in het groot • he does everything on a big/large scalein het groot inkopen/verkopen • buy/sell in bulk6 een grote weg • a major/main road, a highwaytot mijn grote verrassing/spijt • 〈 ook〉 much to my surprise/regretdaar ben ik een groot voorstander van • I'm all in favour of it¶ zich groot houden • keep a stiff upper lip, keep up appearancesII 〈 bijwoord〉1 [op grote wijze] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:1 je hebt groot gelijk! • you are quite/perfectly right! -
66 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
67 heleboel
♦voorbeelden:een heleboel mensen zouden het niet met je eens zijn • an awful lot of people wouldn't agree with youik heb er een heleboel van • I've got a lot of them -
68 hoop
I 〈 de (mannelijk)〉2 [(met betrekking tot zaken) grote hoeveelheid] great/good deal ⇒ lot3 [geordende stapel] pile♦voorbeelden:1 een hoop stenen/zand • a heap/pile of stones/sandop een hoop(je) vegen • sweep (together) into a heap/pileop een hoop leggen • pile/stack upje kunt niet alles/iedereen op één hoop gooien • 〈 figuurlijk〉 you can't lump everything/everyone together2 een hoop/hopen brieven • a pile/piles of letterseen hoop gelul • a load of bull(shit)een hoop leugens • a pack of lieser is van de week een hoop water gevallen • it has rained a lot this weekhet gaat hier niet van de grote hoop • money doesn't grow on trees, you know!ik heb nog een hoop te doen • I've still got a lot/lots/tons to dodat kost een hoop (geld) • that'll cost a packet¶ op een hoop staan • be crowded/huddled togetherte hoop lopen • gather/flock togetherII 〈de〉1 [verwachting] hope♦voorbeelden:goede hoop hebben • have high hopes, be hopefulnog/geen/goede hoop hebben (op iets) • still have hopes/have no hope/have every hope (of something)hij had een/de stille hoop dat … • he silently/secretly hoped that …valse hoop wekken • raise false hopeshoop geven • give/offer hopeweer hoop geven • restore one's hopeszolang er leven is, is er hoop • while there's life there's hopeal onze hoop is op u gevestigd • we place all our hope in youhoop koesteren • entertain/cherish a hopeweer/nieuwe hoop krijgen • regain hopede/alle hoop laten varen • abandon (all) hopede hoop opgeven/verliezen dat … • give up/lose hope that …hoop opvatten • take couragede hoop uitspreken, dat … • express the hope that …zijn hoop op iemand/iets vestigen • pin one's hopes on/place one's hope in someone/somethingin de hoop dat … • in the hope/in hopes that …in de hoop dat ik u spoedig weerzie • in the hope of seeing/hoping to see you soonop hoop van zegen • in (good) hope, … and hope/hoping for the bestniet veel hoop hebben op een geslaagde afloop • have little hope/not be very hopeful of successweinig hoop op verandering geven • bring little promise/hold out little hope of changetussen hoop en vrees leven • be poised between hope and fearer is geen hoop meer • there is no longer any hope, it's hopelessgeen/weinig/alle hoop geven dat • hold out no/little/every hope thatde hoop de bodem inslaan/in rook doen vervliegen • dash/shatter one's hopes -
69 inrichten
♦voorbeelden:zich inrichten • set up house, settle ineen compleet ingerichte keuken • a fully-equipped kitcheneen modern ingerichte woning • a modern houseergens speciaal voor ingericht zijn • be specially fixed up/equipped for somethingeen vertrek was ingericht als wachtkamer • one room was made into a waiting room3 zijn leven op een bepaalde manier inrichten • organize/arrange one's life in a certain way -
70 jacquet
♦voorbeelden: -
71 jammer
jammer1♦voorbeelden:al vind ik het erg jammer • much to my regretjammer genoeg • unfortunatelywat jammer! • what a pity!/shame!hij vond het jammer voor me • he felt sorry for me————————jammer2♦voorbeelden:1 jammer dan! • oh well, too bad!jammer, hij is net weg • (a) pity/bad luck, he's just left -
72 jen
-
73 jeremiëren
-
74 justitie
1 [rechtspraak; rechtswezen] justice♦voorbeelden:1 minister van justitie • Minister of Justice, Justice Ministerofficier van justitie • public prosecutorhet paleis van justitie • the Palace of Justice, the law court(s)met justitie in aanraking komen • come into conflict with the law -
75 kans
1 [mogelijkheid] chance ⇒ possibility, opportunity, 〈 op iets onaangenaams〉 liability, 〈 op iets onaangenaams〉 risk♦voorbeelden:〈 informeel〉 (een) dikke kans dat … • a good chance that …hun kansen zijn gelijk • it's a toss-up between thembijna gelijke kansen • short oddseen goede kans maken voor de benoeming • be well in the running for the appointmentde kans is groot dat … • the odds are that …zijn kansen ten volle benutten/waarnemen • make the most of one's opportunitieshij heeft een goede/veel kans te winnen • he stands/has a good chance of winningde kansen keren • the tide/his luck is turningde kansen doen keren • turn the tidede kans lopen • run the riskeen/geen kans maken op • stand a/no chance of (something/doing something)de kansen staan erg goed/slecht voor hem • his chances are very good/poorhij zag zijn kansen stijgen • he saw his chances multiplyik zie er wel kans toe • I think I can manage itkans zien te ontkomen • manage to escapeje hebt alle kans dat • there's every chance thater is kans op regen • there's a chance of rainkans van slagen hebben • have a chance of successdaar is geen kans op • that's unlikelymorgen is er meer kans • there'll be a better chance tomorrowje hebt de meeste kans het in Van Dale te vinden • you're most likely to find it in Van Dale〈 informeel〉 weinig kans ! • not much chance!de kans is honderd tegen één • the odds/chances are a hundred to onezijn kansen aangrijpen/waarnemen • seize the opportunityzijn kans afwachten • await one's chanceseen gemiste kans • a lost/missed opportunityde kans is verkeken • you've had your chance/opportunityde kans van zijn leven • the chance of a/his lifetimegeen schijn van kans • not a chance in the world -
76 kast
1 [meubel] cupboard ⇒ closet 〈 voornamelijk vaste kast〉, wardrobe 〈 kleren〉, cabinet 〈 in het bijzonder voor sierspulletjes〉2 [afsluitbaar deel van een meubel] compartment4 [groot gebouw, voer-/vaartuig] barracks, barn 〈 huis〉; 〈 lelijk ook〉 monstrosity; tub 〈 schip〉 tank, rattle-trap 〈 voertuig〉♦voorbeelden: -
77 kat
1 [huisdier; snibbig meisje] cat3 [snauw] snarl♦voorbeelden:de Gelaarsde Kat • Puss-in-Bootseen valse kat • a bitcher uitzien als een verzopen kat • look like a drowned rat〈 figuurlijk〉 de kat in het donker knijpen • saint it in public, sin it in secreteen kat komt altijd op haar poten terecht • a cat has nine lives〈 figuurlijk〉 de kat bij het spek zetten/op het spek binden • leave/set the fox to watch the geese〈 figuurlijk〉 zich voelen als een kat in een vreemd pakhuis • feel like a fish out of water, feel out of placeals een kat in het nauw • like a cornered rat〈 informeel〉 kat in het bakkie • it's child's play/a piece of cake〈 spreekwoord〉 als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel • when the cat's away the mice will play¶ ik ben er voor de kat z'n kut geweest! • what a fucking waste of time that was! -
78 kind
2 [zoon, dochter] child3 [meisje] child, girl4 [figuurlijk] [voortbrengsel] child♦voorbeelden:nog een groot kind zijn • be a big babyeen gezin met kleine kinderen • a young familyeen ongeboren kind • an unborn childeen kind halen • deliver a childeen kind hebben bij/van • have a child bydat kan een kind begrijpen • a(ny) child can see that〈 figuurlijk〉 een kind kan de was doen • that's child's play, it's as simple as ABC〈 schertsend〉 ik mag een kind krijgen als het niet waar is • otherwise I'll eat my hat, … or I'm a Dutchmaneen kind krijgen van iets/iemand 〈figuurlijk; informeel〉 • be fed up with something/someonezij kan geen kinderen meer krijgen • 〈wegens ziekte enz.〉 she can't have any more children; 〈 wegens leeftijd〉 she's past childbearing ageeen kind krijgen • have a babykinderen opvoeden • bring up childreneen kind verwachten • be expecting (a baby)kinderen beneden de zes/van zes en ouder/boven de zes • children under six/of six and over/from six years upeen kind van zes jaar • a child of six, a six-year-old (child)geen kind (meer) zijn • not be a child (any longer)je hebt er geen kind aan • he's no trouble at allblij/gelukkig als een kind • (as) happy as can bemet zijn vrouw en kinderen • with his wife and children/and familygeen kinderen hebben • not have any children, be childlesshebt u kinderen? • do you have a family/children?als (eigen) kind aannemen • adopt as a childergens (als) kind aan huis zijn • be one of the family; 〈met betrekking tot huizen enz.〉 have the run of the place3 het kind trouwde veel te jong • the poor girl/child married far too youngmijn lieve kind, je weet toch wel beter • for goodness' sake, you should know better -
79 knijpen
1 [druk uitoefenen op iemands vel/een lichaamsdeel] pinch ⇒ tweak 〈 bijvoorbeeld neus als liefkozing〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 [door knijpen verplaatsen] squeeze♦voorbeelden: -
80 kont
2 [informeel] [lichaam] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:je kunt hier je kont niet keren • you couldn't swing a cat hereje kan m'n kont kussen • kiss my arse!een schop onder/voor je kont • a kick in the pantsop zijn (luie) kont blijven zitten • sit around on one's ass2 in zijn blote kont • in the altogether, in one's birthday suitdure kleren aan z'n kont hebben • be dressed expensively
Страницы