-
1 heildronk
-
2 heildronk
-
3 heildronk
-
4 heildronk
n. toast, raising glasses in honor -
5 een heildronk uitbrengen
een heildronk uitbrengen -
6 een heildronk uitbrengen (op iemand)
een heildronk uitbrengen (op iemand)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een heildronk uitbrengen (op iemand)
-
7 Gezondheid!
[heildronk]Prost! -
8 тост
toost, heildronk -
9 тост
ngener. heildronk, tafelrede, toast, toost -
10 cheers
-
11 proposal
-
12 wassail
n. heildronk; drinkgelag; drinklied; gekruid bier; brasserij--------v. pimpelen, brassen; drinken op een feest -
13 тост
ngener. heildronk, tafelrede, toast, toost -
14 toast
-
15 Hoch
〈o.; Hochs, Hochs〉♦voorbeelden: -
16 Toast
〈m.; Toast(e)s, Toaste of Toasts〉2 toast(brood), sneetje geroosterd brood -
17 Trinkspruch
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский