-
1 hardloper
hardloper, hardloopster♦voorbeelden:¶ hij is geen hardloper • 〈 hij vordert langzaam〉 il n'avance pas vite; 〈 het is geen hoogvlieger〉 ce n'est pas un aigle -
2 hardloper
hardloper, hardloopster2 [goed verkopend artikel] goer3 [figuurlijk] [vluggerd] a fast one♦voorbeelden:3 't is geen hardloper • he/she is a bit slow -
3 hardloper
-en, -e -
4 hardloper
-
5 hardloper
deLäufer m [Leichtathletik] -
6 hardloper
n. runner, sprinter (Sports) -
7 hardloper
m (v - hardloopster)coureur/-euse -
8 hardloper
1) löpare2) reva -
9 hardloper
runner -
10 hij is geen hardloper
hij is geen hardloper -
11 't is geen hardloper
't is geen hardloperhe/she is a bit slowVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > 't is geen hardloper
-
12 de hardloper kon zijn vaart niet stuiten
de hardloper kon zijn vaart niet stuitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de hardloper kon zijn vaart niet stuiten
-
13 бегун
hardloper -
14 löpare
hardloper -
15 tasuki
n. lange smalle zachte lap gebruikt voor mouwen van kimono's om vrije beweging te geven; sjerp van lichte stof om schouder van een hardloper gehangen en in een marathonwedstrijd van de ene hardloper aan de andere hardloper doorgegeven -
16 coureur
coureur [koerur]〈m.〉♦voorbeelden:coureur automobile • autocoureurcoureur cycliste • wielrennercoureur de jupons • rokkenjager, vrouwengekm1) hardloper2) wielrenner4) loopvogel5) rokkenjager -
17 hardloopster
→ link=hardloper hardloper -
18 hardloopster
→ link=hardloper hardloper -
19 бегун
-
20 скороход
nsports. hardloper
- 1
- 2