-
1 heel
n. hak, hiel--------v. slagzij maken; een hak op schoen bevestigenheel1[ hie:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 benaming voor〉 uiteinde ⇒ onderkant; korst 〈 van kaas〉; kapje 〈 van brood〉; 〈 plantkunde〉 hieltje♦voorbeelden:¶ bring to heel • kleinkrijgen, in het gareel brengendig one's heels in • het been stijf houdendrag one's heels • opzettelijk treuzelenhe took to his heels • hij koos het hazenpadturn on one's heel • zich plotseling omdraaiendown at heel, 〈 Amerikaans-Engels〉down at the heel • met scheve hakken, afgetrapt; 〈 figuurlijk〉 haveloosat/on/upon the heels • op de hielen, vlak achtertread on the heels of • op de hielen zittenunder someone's heel • geknecht door/onder de laars van iemandheel! • achter! 〈 tegen hond〉→ clean clean/————————heel2♦voorbeelden:¶ heel over • overhellen, slagzij makenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 desultory
adj. doelloos, zonder betekenis; zonder methode, zonder orde; oppervlakkig, van de hak op de tak[ desltrie, dezl-] 〈 desultorily〉1 onsystematisch ⇒ van de hak op de tak, onsamenhangend -
3 block
n. blok; versperring; (in computers) een verzameling tekst, die als eenheid wordt behandeld voor een bepaalde bewerking; stremming; obstructie--------v. versperren, blokkeren; vertragenblock1[ blok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:block of marble • blok marmerhe lives four blocks away • hij woont vier straten verder(op)walk around the block • een straatje omlopenpsychological block • psychologische drempel→ old old/————————block21 blokkeren ⇒ blokken, obstructie plegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 belemmeren ⇒ verhinderen, tegenhouden♦voorbeelden:block credits • kredieten bevriezenblock a bill • een wetsvoorstel tegenhoudenthe exits were blocked • de uitgangen waren versperdblock off • afsluiten, blokkerenblock out something on a photo • iets op een foto afdekken/wegwerkenblock up/in a window • een raam afsluiten/dichtspijkeren¶ block in/out • ontwerpen, schetsen -
4 chop
n. slag; hakbijl; gehakt vlees; stempel; commercieel merk--------v. hakken; afhakkenchop1[ tsjop]1 houw ⇒ hak, slag♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————chop2〈 chopped〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:1 chop at something/someone • naar iemand/iets uithalen2 chop and change • erg veranderlijk zijn, vaak van mening veranderenwhy do you chop about so much? • waarom ben je toch zo veranderlijk?the wind chopped about/around • de wind schiftte voortdurendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:chop down trees • bomen omhakkenchop off branches • takken afhakken -
5 chopper
-
6 cut
adj. gesneden; verkorting, gedeelte; in prijs verlaagd--------n. snee; snijwond; gedeelte; dracht (van kleding)--------v. snijden; verkorten; verlagen; knippencut1[ kut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉slag/snee met scherp voorwerp ⇒ (mes)sne(d)e, keep, insnijding, snijwond; hak, houw; striem, (zweep)slag5 coupure ⇒ weglating, in/verkorting8 〈 benaming voor〉in/doorsnijding ⇒ geul, kloof, kanaal, doorgraving; kortere weg♦voorbeelden:cut and thrust • (woorden)steekspel, vinnig debat————————cut21 〈 benaming voor〉scheid/bewerkbaar zijn met scherp voorwerp ⇒ (zich laten) snijden/knippen/maaien, te snijden/knippen/hakken/maaien zijn2 〈 benaming voor〉een inkeping/scheiding maken ⇒ snijden; knippen; hakken, kappen, kerven; maaien4 rennen7 〈 informeel〉een plaat maken/opnemen♦voorbeelden:1 the butter/grass cuts easily • de boter/het gras snijdt/maait gemakkelijk→ cut across cut across/, cut at cut at/, cut down cut down/, cut down on cut down on/, cut in cut in/, cut into cut into/, cut out cut out/, cut through cut through/, cut up cut up/♦voorbeelden:→ cut back cut back/1 snijden in ⇒ verwonden; stuksnijden2 〈 benaming voor〉 scheiden door middel van scherp voorwerp ⇒ (af/door/los/weg)snijden/knippen/hakken; (om)hakken/kappen/zagen3 〈 benaming voor〉 maken met scherp voorwerp ⇒ kerven; slijpen; (bij)snijden/knippen/hakken; boren; graveren; snijden 〈 grammofoonplaat〉; 〈 bij uitbreiding〉 opnemen, maken 〈 grammofoonplaat〉5 〈 benaming voor〉 inkorten ⇒ snijden (in), couperen 〈 boek, film e.d.〉; afsnijden 〈 route, hoek〉; besnoeien (op), inkrimpen, bezuinigen6 〈 benaming voor〉 stopzetten ⇒ ophouden met; afsluiten, afsnijden 〈 water, energie〉; uitschakelen, afzetten9 negeren ⇒ veronachtzamen, s laten liggen♦voorbeelden:cut the tape • het lint doorknippencut free • lossnijden/kappen/hakken; bevrijdencut someone loose • iemand lossnijden/losmakencut open • openhalen/rijtencut away • wegsnijden/hakken/knippen; snoeiencut in half/two • doormidden/in tweeën snijden/knippen/hakkencut into halves/thirds/pieces • doormidden/in drieën/in stukken snijden/knippen/hakkencut a way through the jungle • zich een weg banen door de jungle3 cut a record • een plaat maken/opnemencut one's initials into something • zijn initialen ergens in kervenmy wage was cut • mijn loon is verlaagd9 cut someone dead/cold • iemand niet zien staan, iemand straal negeren -
7 dibble
n. houweel, hak (graafwerktuig)--------v. poten/planten met een plantboordibble1[ dibl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————dibble2〈 werkwoord〉1 poten/planten (met een plantboor) -
8 mattock
-
9 military heel
-
10 military
adj. militair--------n. militairmilitary1[ millitrie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: militaries; the〉1 leger ⇒ soldaten, strijdkrachten♦voorbeelden:the military are getting restless • het leger wordt ongedurig————————military2♦voorbeelden:military fever • (buik)tyfusmilitary government • militair bewindmilitary honours • militaire onderscheidingenmilitary intelligence • inlichtingendienst van het legermilitary law • krijgsrechtmilitary port • oorlogshavenmilitary service • (leger)dienstmilitary tribunal • krijgsraadintervene militarily • gewapenderhand tussenbeide komen -
11 pickaxe
-
12 skip
n. het springen, huppelen, ervandoor gaan, er uitknijpen; afvalcontainer--------v. overwippen, overstappen, springen; overheen stappen; doen vernietigen; wegvluchtenskip1[ skip] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————skip2〈 skipped〉♦voorbeelden:¶ skip over • overslaan, luchtig overheen gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 overslaan ⇒ weglaten; wegblijven van -
13 dibber
n. houweel, hak (graafwerktuig) -
14 flats
n. schoeisel zonder hakken of met een platte hak -
15 piolet
n. hak, houweel (van bergbeklimmers) -
16 rocky heels
Rocky hakken (dikke en volle hak van damesschoen)
См. также в других словарях:
hak — hak·ka; … English syllables
HAK — ist die Abkürzung für: Handelsakademie, eine berufsbildende höhere Schule in Österreich Hamburgische Architektenkammer Hausanschlusskasten Helsingin Atleettiklubi, Sportverein aus Helsinki Hilfe für das autistische Kind e.V. Hrvatski Autoklub,… … Deutsch Wikipedia
Hak — ist die Abkürzung für: Handelsakademie, eine berufsbildende höhere Schule in Österreich Hamburgische Architektenkammer Hausanschlusskasten Helsingin Atleettiklubi, Sportverein aus Helsinki Hilfe für das autistische Kind e.V. Hak oder Hák ist der… … Deutsch Wikipedia
hak — I {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mnż IIa, D. a {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} pręt z metalu o zakrzywionym końcu, używany zwykle do chwytania, zapinania czegoś, zawieszania na nim czegoś : {{/stl 7}}{{stl 10}}Hak… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Hak Ji Sa — Co, Ltd. (hangul:학지사) is a Korean publishing house company. established in 1992. headquartered in Seogyo Dong Mapo Gu Seoul, Korea. It is psychology, education, medical, handicap, welfare publishing products. get to made in translate more than… … Wikipedia
hak — hȃk m <N mn hákovi> DEFINICIJA 1. pov. dio prihoda imanja koji se daje spahiji u Osmanskom Carstvu [davati hak; dugovati hak] 2. zasluga 3. pravo, pravda FRAZEOLOGIJA doći haka (komu) = dohakati ETIMOLOGIJA tur. hak ← arap. ḥaqq: pravo,… … Hrvatski jezični portal
Hak — or hak may refer to:*Jim Fullington, ring name Hak *Hakka language, ISO 639 3 code for the spoken variation of the Chinese language *Haikou Meilan International Airport *Minkənd, Azerbaijan … Wikipedia
hak — sb., ket, hak, kene … Dansk ordbog
Hak|ka — «HAK uh», noun, plural ka or kas.defn>a Chinese people living principally in southeastern China, especially in Kwangtung province, thought to be descendants of migrants from northern China in the 1200 s. 1. one of this people. 2. the Chinese… … Useful english dictionary
hȃk — m 〈N mn hákovi〉 1. {{001f}}pov. dio prihoda imanja koji se daje spahiji u Osmanskom Carstvu [davati ∼; dugovati ∼] 2. {{001f}}zasluga 3. {{001f}}pravo, pravda ⃞ {{001f}}doći ∼a (komu) {{c=1}}= {{001f}}dohakati ✧ {{001f}}tur. ← arap … Veliki rječnik hrvatskoga jezika
hak — hȁk m <N mn hàkovi> DEFINICIJA 1. ono što se čuje kad se izgovori glas h grlenom artikulacijom, što se čuje kad se čisti grlo zračnom strujom iz pluća ili kad se kratko hropće, usp. hroptati 2. ekspr. dašak vjetra, zamišljen šum lahora… … Hrvatski jezični portal