-
1 grudge
n. wrok, rancune, grief--------v. misgunnen, met tegenzin doen/gevengrudge1[ grudzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wrok ⇒ rancune, grief♦voorbeelden:————————grudge2〈 werkwoord〉1 misgunnen ⇒ niet gunnen, benijden2 met tegenzin doen/geven/toestaan
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский