-
1 goddelijkheid
2 [goddelijke oorsprong] divinity ⇒ divine nature/origin3 [goddelijke schoonheid/heerlijkheid] heavenliness♦voorbeelden: -
2 goddelijkheid
-
3 goddelijkheid
n. divinity, godhead, godhood -
4 goddelijkheid
божественность; великолепие, превосходность -
5 de goddelijkheid van de Heilige Schrift
de goddelijkheid van de Heilige SchriftVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de goddelijkheid van de Heilige Schrift
-
6 divinity
-
7 godhead
n. godheid[ godhed]♦voorbeelden:¶ the Godhead • God, het Opperwezen -
8 theosophy
n. theosofie; kennis van Goddelijkheid[ θie▪ossəfie] 〈bijvoeglijk naamwoord: theosophical〉 -
9 godhood
n. goddelijkheid -
10 godliness
n. goddelijkheid; vroom -
11 theosophically
adv. theosofisch (alles betreffende het onderzoek naar Goddelijkheid en mystiek) -
12 divinité
-
13 godheid
♦voorbeelden: -
14 Gottheit
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский