-
1 sourire
sourire1 [soerier]〈m.〉1 glimlach♦voorbeelden:————————sourire2 [soerier]〈 werkwoord〉♦voorbeelden:sourire à qn. • tegen iemand glimlachensourire à qn. • iemand toelachen1. m 2. v -
2 coin
coin [kwẽ]〈m.〉2 hoekje ⇒ plekje, lapje (grond), klein stukje3 rubriek4 wig ⇒ spie, keg♦voorbeelden:l'épicier du coin • de kruidenier op de hoekregarder du coin de l'oeil • schielijk kijkenaux quatre coins de … • in alle hoeken en gaten van …jouer aux quatre coins • boompje verwisselen, stuivertje-wisselenconnaître dans les coins • door en door kennenmettre un enfant au coin • een kind in de hoek zetten2 au coin d'un bois • op een eenzaam, verlaten plekjeje ne voudrais pas le rencontrer au coin d'un bois • ik zou hem niet graag in het donker tegenkomenau coin du feu • bij de haardun coin perdu • een klein gatle petit coin • kamer honderdun petit coin tranquille • een rustig plekje5 être frappé, marqué au coin de • gekenmerkt worden door, getuigen vanregard en coin • schuinse bliksourire en coin • bedekt glimlachenm1) hoek, (hoek)punt2) hoekje, plekje3) rubriek4) wig, spie5) stempel6) kenmerk, karakter -
3 distribuer
distribuer [diestriebuu.ee]〈 werkwoord〉1 uitdelen ⇒ ronddelen, verdelen2 bezorgen ⇒ bestellen, leveren♦voorbeelden:distribuer des sourires • tegen iedereen glimlachendistribuer le courrier • de post bezorgendistribuer son emploi du temps • zijn tijd indelenv1) uitdelen, verdelen2) bezorgen, leveren3) uitreiken [prijs]4) indelen5) vertegenwoordigen [merk] -
4 ébaucher
ébaucher [eeboosĵee]♦voorbeelden:ébaucher un sourire • zwakjes glimlachenv1) ontwerpen, schetsen2) ruw bewerken3) beginnen -
5 esquisser
-
6 garder
garder [gaardee]1 houden ⇒ aan-, be-, over-, vasthouden, bewaren, voor zich houden2 bewaken ⇒ toezicht houden op, passen op3 (blijven) houden ⇒ in een bepaalde houding blijven, blijven hebben, bewaren4 in acht nemen ⇒ nakomen, naleven♦voorbeelden:garder qn. à dîner • iemand vragen te blijven etendonner à garder • in bewaring gevengarder le lit • het bed houdengarder le pli • in de plooi blijvengarder le sourire • blijven glimlachenil gardait les yeux baissés • hij bleef naar de grond staren5 (que) Dieu m'en garde! • God beware me!♦voorbeelden:1 je m'en garderai bien! • daar kijk ik wel voor uit!il faut se garder de jugements hâtifs • men moet niet te snel oordelenv1) bewaken, toezicht houden (op)2) (aan-, be-, over-, vast) houden3) blijven houden, bewaren4) nakomen -
7 incrédulité
incrédulité [ẽkreeduulietee]〈v.〉♦voorbeelden:fongelovigheid, ongeloof -
8 jeter
jeter [zĵətee]1 werpen ⇒ (naar beneden) gooien, neergooien♦voorbeelden:jeter un sourire à qn. • naar iemand glimlachenjeter bas • op, tegen de grond gooienjeter à bas, à terre • op, tegen de grond gooien1 zich werpen ⇒ springen, zich gooien♦voorbeelden:il s'est jeté contre un arbre • hij is tegen een boom aangevlogense jeter par la fenêtre • uit het raam springen→ eauv1) (weg)werpen, neergooien2) veroorzaken3) gieten [metaal]4) eruit gooien -
9 arborer
-
10 arborer un sourire
arborer un sourire -
11 avoir un sourire d'incrédulité
avoir un sourire d'incrédulitéDictionnaire français-néerlandais > avoir un sourire d'incrédulité
-
12 distribuer des sourires
distribuer des sourires -
13 esquisser un sourire
esquisser un sourire -
14 garder le sourire
garder le sourire -
15 jeter un sourire à qn.
jeter un sourire à qn. -
16 sourire en coin
sourire en coin -
17 sourire à qn.
-
18 ébaucher un sourire
ébaucher un sourire
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский