-
1 gleuf
-
2 gleuf
-
3 gleuf
-
4 gleuf
de(Automaten-) Schlitz m -
5 gleuf
n. groove, notch; long narrow channel, furrow -
6 gleuf
-
7 gleuf
• groove• slit• slot -
8 gleuf
slot, groove, slit -
9 gleuf
(muntinworp) aralık s -
10 gleuf
cannelure, rainure, sillon -
11 een munt in een gleuf insteken
гл.общ. вставить монетку в отверстие, вставить монетку в прорезь -
12 T-gleuf
• T-groove• T-slot• tee-groove -
13 groove
gleuf -
14 slit
gleuf -
15 slot and key
gleuf en spiebaan -
16 stylus work
gleuf veroorzaakt door gebruik van graveernaald -
17 groove
gleufgroefploegrilsleufsponningvoor -
18 slit
gleufingesnedeninsnijdingkiersleufspleet -
19 slot
gleufruimtesleufslotspleetsponningzaagsnede -
20 slot
n. groef, geul, gleuf; plaatsje, ruimte, zendtijd (comp.) gleuf voor programmeerkaartverbinding; gunstige schietpositie--------v. een gleuf of sponning maken in-slot1[ slot] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 groef ⇒ geul, gleuf♦voorbeelden:————————slot2〈werkwoord; slotted〉1 een gleuf/gleuven maken in
Страницы