-
1 violence
geweld -
2 racial violence
geweld op basis van racisme -
3 use violence
geweld gebruiken -
4 using violence
geweld gebruiken -
5 force
geweld, dwing, mag, magte, forseer, verplig, dring -
6 force
n. (strijd)kracht, geweld; sterkte; legersterkte; dwang--------v. dwingen, noodzaken; onder dwang; eruit persen; inbreken, doorbrekenforce1[ fo:s]1 macht ⇒ krijgsmacht, leger2 ploeg ⇒ groep, personeel♦voorbeelden:1 kracht ⇒ geweld, macht♦voorbeelden:by force of circumstances • door omstandigheden gedwongenthe forces of evil • kwade krachtenthe force of gravity • de zwaartekrachtthe force of his words • de overtuigingskracht van zijn woordena powerful force in local politics • een invloedrijke persoon in de plaatselijke politiekjoin forces (with) • de krachten bundelen (met)the machine was put in force • de machine werd in werking gesteldby force • met geweldby force of • door middel vanby/from/out of force of habit • uit gewoonte2 werkelijke betekenis ⇒ werkelijk effect, belang♦voorbeelden:2 the force of this poem is hard to grasp • de precieze betekenis van dit gedicht is moeilijk te vattenIV 〈meervoud; Forces; the〉1 strijdkrachten ⇒ strijdmacht, krijgsmacht♦voorbeelden:————————force2〈 werkwoord〉1 dwingen ⇒ (door)drijven, forceren2 forceren ⇒ open/doorbreken♦voorbeelden:force a smile/one's voice • een glimlach/zijn stem forcerenforce one's will on someone • iemand zijn wil opleggenforce along • meesleurenforce back • terugdrijvenforce something down • iets met moeite binnenkrijgenforce a plane down • een vliegtuig dwingen tot landenforce it out • het met moeite uitbrengenGovernment will force the prices up • de regering zal de prijzen opdrijvenhe wants to force his ideas down our throats • hij wil zijn ideeën met geweld aan ons opdringenforce something from/out of someone • iets van iemand afdwingenforce something on/upon someone • iemand iets opdringen -
7 outrage
n. schandaal; ramp; belediging; onrecht--------v. geweld aandoen, beledigen, krenkenoutrage1[ autreedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geweld(daad) ⇒ wandaad, misdaad/drijf; aanslag; belediging, smaad; schandaal————————outrage2〈 werkwoord〉1 geweld aandoen ⇒ zich vergrijpen aan; schenden, overtreden; een aanslag plegen op; beledigen, krenken -
8 bodily
adj. lichamelijk--------adv. als een man; persoonlijkbodily1[ boddillie] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————bodily2〈 bijwoord〉2 lichamelijk ⇒ in levende lijve, lijfelijk3 in z'n geheel ⇒ compleet, met huid en haar♦voorbeelden: -
9 by force
-
10 dragoon
n. dragonder--------v. (met geweld) dwingen totdragoon1[ drəgoe:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————dragoon2〈 werkwoord〉 -
11 kick in
v. (Informeel) aan een speciale zaak bijdragen; aan een collectie bijdragen; met kracht of geweld openen (bv. "de deur met geweld openmaken"); doodgaan (Slang)kick in1 in werking treden ⇒ beginnen (te werken); (plotseling) beginnen mee te spelen 〈 bijvoorbeeld van angst〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 ‘I'll kick your teeth in’ he shouted • ‘ik schop je tanden uit je bek/mond’ schreeuwde hij -
12 resort to violence
-
13 strain
n. spanning; (het) drukken; moeite; verstuiken; melodie; toon; tendens, richting; karakter; afkomst--------v. spannen; inspannen; krom buigen; zevenstrain1[ streen] 〈 zelfstandig naamwoord〉8 stam ⇒ ras, soort♦voorbeelden:————————strain21 zich inspannen ⇒ moeite doen, zwoegen♦voorbeelden:2 strain at the leash • aan de teugels trekken, zich los willen rukken 〈 in het bijzonder figuurlijk〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉7 afgieten♦voorbeelden:2 strain one's eyes • turen, ingespannen kijkenstrain one's voice • zijn stem forceren -
14 violence
n. gewelddadigheid[ vajjələns]1 geweld♦voorbeelden:do violence to the truth • de waarheid geweld aandoen -
15 elbow one's way
met ellebogen een weg banen, met de ellebogen werken, zich met geweld ergens doordringen, anderen met geweld opzij schuiven -
16 verbal violence
mondeling geweld (geweld die met woorden tot uiting komt, niet fysiek) -
17 atrocity
-
18 blow
n. klap, slag; windvlaag--------v. blazen; opblazen; waaien; fluiten; laten knallen; ontspruitenblow1[ bloo] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wind(vlaag) ⇒ rukwind; storm, stijve/stevige bries2 slag ⇒ klap, mep3 (tegen)slag ⇒ ramp, schok♦voorbeelden:he struck a blow against/for democracy • hij gaf de democratie een fe knauw/hielp de democratie een stap vooruitat/with a (single)/one blow • in één klap/pogingblow by blow account • gedetailleerd verslagwithout (striking) a blow • zonder slag of stoot, zonder geweld————————blow21 (uit)blazen ⇒ fluiten, weerken; (uit)waaien, dwarrelen, wapperen2 hijgen ⇒ blazen, puffen♦voorbeelden:the bugle blows • de hoorn (weer)ktthe whistle blows • het fluitje gaatblow down • neergeblazen worden, omwaaienthe scandal will blow over • het schandaal zal wel overwaaienII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 blazen (op, door) ⇒ aan/af/op/rond/uit/wegblazen; snuiten 〈 neus〉; doen wapperen, doen dwarrelen3 bespelen ⇒ blazen op, spelen op♦voorbeelden:the door was blown open • de deur waaide openit's blowing (up) a gale/storm • het stormt, het gaat stormenblow glass • glasblazenthe wind blew her hair • de wind woei door haar haarthe wind blew the trees down • de wind blies de bomen om(ver)blow off • wegblazen, doen wegwaaien; afblazen, laten ontsnappen 〈 stoom〉blow over • om(ver)blazen, doen omwaaienthe tank was blown to pieces/glory • de tank werd aan stukken gereten3 blow the whistle • op het fluitje blazen, fluiten4 you blew it • je hebt het verknald/verpest6 blow the cost! • wat kunnen mij de kosten schelen!I'll be blowed if I'll do it • ik verdom het, ze kunnen me de pot opblow it • verdoriewell, I'm blowed • wel heb je me nou!, wat zeg je me daar van!¶ blow abroad • ruchtbaar maken, als gerucht verspreiden -
19 bovver
n. probleemmaker, iemand die problemen maakt[ bovvə] 〈Brits-Engels; slang〉♦voorbeelden: -
20 brute force
См. также в других словарях:
Gewalt — 1. Alle Gewalt ist Unrecht. – Günther, III, 723; Graf, 4, 57. 2. Bei Gewalt soll Gnade sein. – Graf, 397, 605. Mhd.: Bi gewalt sol gnade sin. (Wackernagel, 39, 10.) – Ez ist dicke daz gesprochen: swer gewaltic waere, der solte ouch gernaedig sin … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Atlantis, Western Cape — Atlantis is a town in Western Cape, South Africa, roughly 40km from Cape Town. It has approximately 70,000 residents. The city suffers under high levels of poverty and unemployment. It was established during the Apartheid era as a community for… … Wikipedia
Abel J. Herzberg — Abel Jacob Herzberg (* 17. September 1893 in Amsterdam; † 19. Mai 1989 ebenda) war ein niederländisch jüdischer Anwalt und Schriftsteller. Inhaltsverzeichnis 1 Biografie 2 Preise 3 Bibliografie 3.1 Literatur … Deutsch Wikipedia
Abel Jacob Herzberg — (* 17. September 1893 in Amsterdam; † 19. Mai 1989 ebenda) war ein niederländisch jüdischer Anwalt und Schriftsteller. Inhaltsverzeichnis 1 Biografie 2 Zitate 3 Preise … Deutsch Wikipedia
Jan F. de Zanger — (* 4. Juli 1932 in Schiedam, Niederlande; † 14. Januar 1991 in Dänemark) war ein niederländischer Autor, vor allem von Jugendbüchern. De Zanger sprach fließend Dänisch, da er 1945 von seinen Eltern drei Monate nach Dänemark zu einer Pflegefamilie … Deutsch Wikipedia
Jan de Zanger — Jan F. de Zanger (* 4. Juli 1932 in Schiedam, Niederlande; † 14. Januar 1991 in Dänemark) war ein niederländischer Autor, vor allem von Jugendbüchern. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Werke 3 … Deutsch Wikipedia
René Appel — und seine deutsche Übersetzerin Stefanie Schäfer bei einer Lesung in Moers am 29. April 2004 René Appel (* 19. September 1945 in Hoogkarspel) ist ein niederländischer Schriftsteller. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Theo Frenkel — Pour les articles homonymes, voir Theo. Theo Frenkel est un réalisateur, acteur, scénariste et producteur néerlandais né le 14 juillet 1871 à Rotterdam (Pays Bas), mort le 20 septembre 1956 à Amsterdam (Pays Bas). Sommaire 1 … Wikipédia en Français
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Laurens Janszoon Coster — Statue of Laurens Janszoon Coster on the Grote Markt in Haarlem, where he was born. He holds the letter A up high. Laurens Janszoon Coster (ca. 1370, Haarlem, the Netherlands – ca. 1440), or Laurens Jansz Koster, is the name of an inventor of a… … Wikipedia
Haarlem — Infobox Settlement official name = Haarlem nickname = Bloemenstad (Dutch for flower city) motto = Vicit vim virtus (Latin for Virtue conquered force) imagesize = 230px image caption = flag size = 120x100px image shield = Haarlem wapen.svg shield… … Wikipedia