-
1 beep
n. getoeter, toet--------v. een bieptoon laten horenbeep1[ bie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————beep2〈 werkwoord〉1 toeteren2 piepen -
2 toot
n. getoeter--------v. toeterentoot1[ toe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 getoeter————————toot2〈 werkwoord〉 -
3 honk
n. het toeteren van een auto--------v. toeterenhonk1[ hongk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————honk2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 tootle
tootle1[ toe:tl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 getoeter————————tootle2♦voorbeelden:tootle around • rondtoeren/karrentootle down to • afzakken naarII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский