-
1 roche
roche [rosĵ]〈v.〉1 rots♦voorbeelden:roche ignée • stollingsgesteenteroche meuble • los gesteente→ eauf1) rots2) gesteente, steen -
2 rock
n. rots; "Rock"muziek; beweging--------v. zacht bewegen; zich bewegen; schokkenrock1[ rok]I 〈eigennaam; Rock; the〉2 rotsblok3 (steen)rots ⇒ steun, toeverlaat4 〈 voornamelijk Brits-Engels〉zuurstok/pepermuntstaaf/kaneelstok♦voorbeelden:as solid as a rock • oersolide, onwrikbaar; betrouwbaarbe on the rocks • op de klippen gelopen/gestrand zijn 〈 ook figuurlijk〉; naar de knoppen zijn; 〈 informeel〉 (financieel) aan de grond (zitten)〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 on the rocks • on the rocks/op ijs(blokjes) geserveerd 〈 van dranken〉————————rock21 schommelen ⇒ wieg(el)en, deinenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 slate
-
4 порода
ras ; gesteente -
5 горная порода
-
6 драгоценные камни
adjgener. gesteente, kostbare stenenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > драгоценные камни
-
7 Danger! Falling rocks
Danger! Falling rocksPas op! Neerstortend gesteente -
8 bedrock
-
9 cellular rock
-
10 cellular
-
11 danger
n. gevaar[ deendzjə]1 gevaar ⇒ risico, onraad♦voorbeelden:her life was in danger, she was in danger of losing her life • ze verkeerde in levensgevaarbe in danger of • het gevaar lopen teout of danger • buiten (levens)gevaarwithout danger • veilig, zonder risicoDanger! Falling rocks • Pas op! Neerstortend gesteente -
12 grain
n. graankorrel; graan, koren; korrel(tje), greintje, zier--------v. korrelen; grein(er)en; aderen, marmeren[ green]5 〈 benaming voor〉 textuur ⇒ vleug, draad 〈 van weefsel〉; draad, vlam, nerf 〈 in hout〉; korrel 〈 van film, metaal〉; nerf 〈 van leer〉; structuur 〈 van gesteente〉♦voorbeelden: -
13 silicate
-
14 solid rock
-
15 solid
adj. vast; massief; stevig; solidair; vol--------n. vast lichaam; vast voedselsolid1[ sollid]II 〈 meervoud〉————————solid2〈bijvoeglijk naamwoord; solidness〉8 zuiver ⇒ massief, puur♦voorbeelden:solid rock • vast gesteente4 solid evidence • betrouwbaar/concreet bewijssolid firm • kredietwaardige zaaksolid against/for something • unaniem tegen/voor ietssolid reasons • gegronde redenen -
16 stratum
n. (gesteente)laag[ stra:təm] 〈meervoud: strata〉 -
17 clast
n. klastisch gesteente, van grote en oorspronkelijke rots afgespleten rotsstuk -
18 geode
n. geode, (met kristallen bezette) holte (in gesteente) -
19 pierre
pierre [pjer]〈v.〉1 steen ⇒ gesteente, rots♦voorbeelden:âge de (la) pierre • stenen tijdperkpierre à briquet • vuursteentjepierre à chaux • kalksteenpierre aux fées • reuzensteen, megalietpierre à feu, à fusil • vuursteenc'est une pierre dans ton jardin • die (opmerking) kun je in je zak stekenpierre à plâtre • gipspierre de taille • gehouwen steen, blok natuursteenpierre spéculaire • glimmer, spiegelsteenpierre tombale • grafsteenune pierre à aiguiser • een slijpsteenapporter sa pierre à l'édifice, à l'ouvrage • zijn steentje bijdragenfaire d'une pierre deux coups • twee vliegen in één klap slaanil gèle à pierre fendre • het vriest dat het kraaktjeter la (première) pierre à qn. • iemand de schuld gevenun jour à marquer d'une pierre blanche • een gedenkwaardige dagtomber comme une pierre • als een baksteen naar beneden vallenpierre à pierre • steen voor steen; stukje bij beetjede pierre • van steen, stenen 〈 ook figuurlijk〉un coeur de pierre • een hart van steenses traits s'étaient faits de pierre • zijn, haar gezicht stond strakdur comme une pierre, comme la pierre • keihard, bikkelhardpierre (précieuse) • edelsteenmalheureux comme les pierres (du chemin) • diep ongelukkig————————pierre (précieuse)f1) steen2) edelsteen -
20 stérile
stérile [steeriel]1 onvruchtbaar ⇒ steriel, vergeefs2 vruchteloos ⇒ ijdel, nutteloos♦voorbeelden:mariage stérile • kinderloos huwelijkadj1) onvruchtbaar2) nutteloos3) steriel, kiemvrij
Страницы