-
1 function key
functionele toets (een speciale toets gemarkeerd met de letter F en een cijfer bedoeld voor speciale opdrachten omschreven door het programma)function key〈 computer〉 -
2 marked
adj. duidelijk, uitgesproken[ ma:kt]♦voorbeelden:¶ a marked man • iemand die wordt beloerd 〈met name door overvaller/moordenaar〉; ten dode opgeschreven man -
3 shuffleboard
n. een spel waarbij houten schijven met een lange stok verschoven worden op een gemarkeerd bordshuffleboard -
4 target
n. bord gemarkeerd met concentrische cirkels gebruikt door scherpschutter of boogschutter om op te richten; doel, object; doel of situatie die iemand wil bereiken--------v. aanleggen (op doel); richten op; van plan zijn te bereikentarget1[ ta:git] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 on target • op de goede weg, in de goede richting————————target2〈 werkwoord〉2 richten♦voorbeelden: -
5 bulleted text
tekst gemarkeerd door een bullet aan het begin van een paragraaf ter benadrukking (Computers) -
6 starred
adj. sterren-; met een sterretje gemarkeerd
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский