-
1 accélérateur
-
2 champignon
champignon [sĵãpienjõ]〈m.〉6 schimmel♦voorbeelden:pousser comme un champignon • als een paddestoel uit de grond schietenm1) paddestoel2) kapstok3) gaspedaal4) schimmel -
3 appuyer
appuyer [aapŵie.ee]1 steunen ⇒ leunen, rusten2 drukken♦voorbeelden:1 appuyer contre le mur • leunen, steunen tegen de muurII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:appuyer une affirmation sur de bons arguments • een bewering op goede argumenten baseren1. v1) steunen, leunen, rusten2) beklemtonen5) baseren6) ondersteunen7) drukken (op)2. s'appuyerv1) steunen (op), leunen (op) -
4 pédale
pédale [peedaal]〈v.〉♦voorbeelden:appuyer sur les pédales • stevig doortrappenécraser la pédale • plankgas geven〈 informeel〉 perdre les pédales • z'n hoofd verliezen; de draad kwijtrakenf1) pedaal2) wielersport3) flikker -
5 appuyer sur l'accélérateur
appuyer sur l'accélérateurDictionnaire français-néerlandais > appuyer sur l'accélérateur
-
6 pédale d'accélérateur
pédale d'accélérateur
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский