-
101 scotch
-
102 second
adj. tweede; bijkomend, ander--------adv. op de tweede plaats, tweede--------n. seconde; moment; tweede; tweede versnelling; steun; hulp--------v. ondersteunen, bijstaansecond1[ sekkənd]♦voorbeelden:I'll be back in a second • ik ben zo terugupper second • met (zeer) veel genoegenII 〈 meervoud〉1 tweede kwaliteitsgoederen ⇒ tweede keus/klas(se)♦voorbeelden:2 who would like seconds? • wie wil er nog?————————second2[ sekkənd] 〈 werkwoord〉1 (onder)steunen ⇒ bijstaan, meewerken————————second3————————second4[ sekkənd] 〈telwoord; als voornaamwoord〉♦voorbeelden:second in line for promotion • tweede op de ranglijst voor promotiehe was second to none • hij was van niemand de mindere————————second5[ sekkənd] 〈 bijwoord〉2 → secondly secondly/♦voorbeelden:————————second6[ sekkənd] 〈telwoord; als determinator〉♦voorbeelden:in the second place • ten tweede, bovendienevery second day • om de andere dag -
103 see something through
-
104 snuff
n. snuiftabak; snuif; snuifje--------v. snuiven; snuiten; de pijp uitgaan (slang), doodgaan; een einde maken aansnuff1[ snuf] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————snuff2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
105 snuffer
n. kaarsendomper, instrument met lange steel en klein kegelvormig uitsteeksel aan het eind gebruikt om kaarsen te doven; iemand die een kaars dooft; iemand die snuift; iemand die tabak in vorm van poeder via de neus opsnuift[ snuffə]♦voorbeelden: -
106 spike
n. aar; punt, spijl; pen; lange nagel; tand (v.e. kam)--------v. (vast)spijkeren; (door)prikken; van punten voorzien; (een scheutje alcohol) toevoegen aan; buiten gevecht stellen, een eind maken aanspike1[ spajk]II 〈 meervoud〉————————spike2〈 werkwoord〉1 (be/vast)spijkeren ⇒ (vast)nagelen2 van spijkers/punten/spikes voorzien4 kwetsen ⇒ doorboren, beschadigen♦voorbeelden: -
107 stage
n. etappe, stadium; toneel; traject; halte; wagen--------v. opvoeren, ten tonele brengen; organiserenstage1[ steedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 podium ⇒ platform, toneel♦voorbeelden:be on the stage • aan het toneel verbonden zijn3 at this stage • op dit punt, in dit stadiumin stages • gefaseerdset the stage for • de weg bereiden voor————————stage2〈 werkwoord〉 -
108 start
Oktober 1992, overeenkomst getekend door de V.S. en vroegere Sovjet Unie waarin beide landen overeenkomen de productie van nucleaire bewapening te reducerenSTART (Strategic Arms Reduction Treaty)start1[ sta:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 start♦voorbeelden:wake up with a start • wakker schrikkenget off to a good/bad start • goed/slecht beginnenmake a start on • beginnen metmake an early start • vroeg vertrekkenmake a fresh/new start • opnieuw beginnenat the start • in het beginfrom the (very) start • vanaf het (allereerste) begingive someone a start (in life) • iemand op gang/op weg helpenstart on/over • voorsprong op————————start21 beginnen ⇒ starten, beginnen te lopen/werken4 〈 benaming voor〉 (plotseling) bewegen ⇒ losspringen 〈 van hout〉; aanslaan 〈 van motor〉; te voorschijn springen♦voorbeelden:start at • beginnen bij/metstart at • (op)schrikken van4 start for the door • richting deur gaan/lopentears started to their eyes • de tranen sprongen hen in de ogenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (doen) beginnen ⇒ in beweging zetten, aan de gang brengen/helpen; aanzetten, starten 〈 motor〉; opwerpen 〈 vraag〉; aanrichten; aansteken 〈 vuur〉; op touw zetten; stichten, opzetten 〈zaak e.d.〉; naar voren/te berde brengen, aansnijden 〈 onderwerp〉♦voorbeelden:¶ start something • moeilijkheden maken/zoeken -
109 stay the course
-
110 stopper
-
111 straight
adj. recht; eerlijk; in orde; puur--------adv. recht; eerlijk, in orde--------n. rechte eind (v. renbaan); eerlijkheidstraight1[ street] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————straight2〈bijvoeglijk naamwoord; straightness〉3 open(hartig) ⇒ eerlijk, recht door zee4 strak ⇒ in de plooi, correct5 ordelijk ⇒ geordend, netjes6 direct ⇒ rechtstreeks, zonder voorbehoud♦voorbeelden:straight whisky • whisky puurkeep (someone) to the straight and narrow path • (iemand) op het rechte pad houden5 get this straight • knoop dit even goed in je oren, begrijp me goedput/set the facts/record straight • alle feiten op een rijtje zettenset someone straight about something • iemand de ware toedracht over iets meedelen————————straight3〈 bijwoord〉1 rechtstreeks ⇒ meteen, zonder omwegen♦voorbeelden:tell someone straight out • iemand iets vierkant in zijn gezicht zeggenthink straight • helder denkenstraight away/off • onmiddellijk -
112 stretch
n. (stuk) land/weg/zee, uitgestrektheid; tijd(ruimte), periode; gevangenisstraf; rekbaarheid--------v. zich uitrekken; uitrekken; spannen; uitstekenstretch1[ stretsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 tijd(ruimte) ⇒ tijdspanne, periode♦voorbeelden:4 do a stretch • brommen, zitten5 go for a stretch • de benen strekken, een wandelingetje makenat full stretch • met inspanning van al zijn krachten————————stretch2♦voorbeelden:♦voorbeelden:stretch someone's patience • iemands geduld op de proef stellenmy new sweater stretched when I washed it • mijn nieuwe sweater is uitgerekt bij het wassenwill the beer stretch out? • is er genoeg bier?1 (aan)spannen ⇒ opspannen, strak trekken4 ruim interpreteren/nemen ⇒ het niet zo nauw nemen (met) 〈 regels〉; 〈 bij uitbreiding〉 geweld aandoen, overdrijven♦voorbeelden:be fully stretched • zich helemaal geventhat's rather stretched • dat is nogal overdreven -
113 stub
n. stronk (v. boom); stomp, stompje (potlood), peuk, peukje (sigaar)--------v. (zijn teen) stoten; uitdrukken (sigaret)stub1[ stub] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stomp ⇒ stompje, eind(je), peuk————————stub2〈werkwoord; stubbed〉1 stoten♦voorbeelden: -
114 sundowner
[ sundaunə] 〈 slang〉 -
115 terminal station
eind/kopstation -
116 terminate
v. aflopen, beëindigen[ tə:minneet] 〈zelfstandig naamwoord: termination〉1 eindigen ⇒ ten einde lopen, aflopenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beëindigen ⇒ eindigen, een eind maken aan, (af)sluiten♦voorbeelden:1 terminate a contract • een contract opzeggen/vernietigenterminate a pregnancy • een zwangerschap onderbreken -
117 tether
n. tuier--------v. vastbindentether1[ teðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 tuier (touw/ketting) 〈waarmee grazend dier wordt vastgelegd; ook figuurlijk〉♦voorbeelden:¶ at the end of one's tether • uitgeteld, aan het eind van zijn Latijn————————tether2〈 werkwoord〉1 vastmaken ⇒ 〈 in het bijzonder〉 tuien, (aan een paal/met een tuier) vastleggen; (vast)binden; 〈 figuurlijk〉 aan banden leggen -
118 that village is off the map
that village is off the map -
119 the traffic was bumper to bumper all the way
the traffic was bumper to bumper all the wayEnglish-Dutch dictionary > the traffic was bumper to bumper all the way
-
120 thick
adj. dik; dicht; vol; dicht opeen; domoor; vriendelijk--------adv. dicht op elkaar; in overdaad; in een dikke laag--------n. dichtste/drukste/actiefste gedeelte, drukte, middenthick1[ θik] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 voornamelijk the〉dichtste/drukste/actiefste gedeelte ⇒ drukte, midden♦voorbeelden:in the thick of the mob • midden in de massabe in the thick of it • er midden in zitten————————thick21 dik ⇒ breed 〈 lijn〉; vet 〈 lettertype〉; zwaar(gebouwd); (op)gezwollen; onduidelijk, dubbel 〈 tong〉2 dik/dicht ⇒ 〈+with〉 dicht bezet/bezaaid/opeengepakt (met), druk; 〈+with〉 vol (van/met), overvloedig; weinig vloeibaar/doorzichtig; mistig, betrokken 〈 weer〉♦voorbeelden:two inches thick • twee inch dikthick type • vette lettera voice thick with sleep • een slaperige stem2 thick on the ground • dik gezaaid, zeer talrijk/frequenta thick head • een houten kopthe crowd grew thicker • er kwam voortdurend meer volk bijthe sky was thick with planes • de lucht zag zwart van vliegtuigenvery thick with • dik bevriend met6 a bit thick • nogal/al te krasget the thick end of the stick • aan het kortste eind trekkenhave a thick skin • een olifantshuid hebbenhe has a thick skull • hij is traag van begriplay it on thick • f overdrijven————————thick3〈 bijwoord〉1 dik ⇒ breed; vet; onduidelijk2 dik/dicht ⇒ dicht opeengepakt/op elkaar; talrijk, overvloedig♦voorbeelden:blows came thick and fast • het regende slagen
См. также в других словарях:
eind — eind·ho·ven; … English syllables
eind. — eindeutig EN unambiguous … Abkürzungen und Akronyme in der deutschsprachigen Presse Gebrauchtwagen
EIND — eiNdem … Abbreviations in Latin Inscriptions
Nederweert-Eind — 51°16′34″N 5°46′47″E / 51.27611, 5.77972 … Wikipédia en Français
Someren-Eind — 51°21′25″N 5°43′58″E / 51.35694, 5.73278 … Wikipédia en Français
eindhoven — eind·ho·ven … English syllables
Eindhoven — Eind•ho•ven [[t]ˈaɪntˌhoʊ vən[/t]] n. geg a city in S Netherlands. 195,669 … From formal English to slang
Standhafter — Eind standhaffter helt vest wie ein eisiner Rigel. – Lehmann, 86, 4 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
ИНДУЛЬГЕНЦИЯ — Грамота о предоставлении индульгенции. 1399 г. (ГИМ) Грамота о предоставлении индульгенции. 1399 г. (ГИМ) [лат. indulgentia снисхождение, милость, освобождение от долга; англ., франц. indulgence; итал. indulgenza; испан. indulgencia; нем. Ablass … Православная энциклопедия
Ende — 1. Alles hat ein Ende. Holl.: Aan alles komt een einde. – Alle begonnen werk neemt een eind. (Harrebomée, I, 179.) 2. Am End die Wahrheit wird erkent. – Eyering, I, 558. Lat.: In fine videbitur cujus toni. – Spondyla fugiens pessime pedit.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kuifje - De Zonnetempel (De Musical) — Kuifje De Zonnetempel , subtitled De Musical , is a Belgian musical in two acts with music by Dirk Brossé and lyrics and scenario by Seth Gaaikema and Frank van Laecke, based on two of The Adventures of Tintin by Hergé, The Seven Crystal Balls… … Wikipedia