-
1 one sided
eenzijdig -
2 on one side
eenzijdig -
3 single sided
eenzijdig -
4 adhesion contract
eenzijdig contract -
5 one-sided
eenzijdigenkelzijdig -
6 lopsided
-
7 unilateral
-
8 one-sidedness
het eenzijdig zijn (het eenzijdig zien van de dingen) -
9 bowls
n. bowlingspel gespeeld op een grasveld[ boolz] -
10 crown green bowls
crown green bowls〈 sport〉 -
11 one-sided
-
12 one-track
eenbanig; beperkt, nauwone-track♦voorbeelden:have a one-track mind • bij alles aan één ding denken -
13 wood
adj. houten; bos---------n. hout; bos; plank; planken ton; blokfluit; golfstick--------v. bebossen; met hout bedekken; hout aanvoerenwood1[ woed]♦voorbeelden:1 a walk in the woods • een wandeling in het bos/de bossenout of the wood/ 〈 Amerikaans-Engels〉 woods • in veilige haven, buiten gevaar, uit de problemen1 hout♦voorbeelden:I haven't had the flu this winter yet, touch/ 〈 Amerikaans-Engels〉 knock (on) wood • ik heb deze winter nog geen griep gehad, laat ik het afkloppen¶ from the wood • uit het vat/de tap, op fust→ dead dead/————————wood21 houten -
14 hemianoptic
adj. hemianoptisch, lijdt aan eenzijdig gezichtsverlies (oogziekte) -
15 hemiopia
n. eenzijdig gezichtsverlies (oogziekte) -
16 unilateral contract
eenzijdige overeenkomst, eenzijdig contract -
17 unilaterally
adv. eenzijdig
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский