-
1 drain
n. afvoerkanaal--------v. draineren, afvoeren; legen; teneinde gaan, uitverkocht zijndrain1[ dreen] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————drain21 weglopen ⇒ wegstromen, (uit)lekken2 leeglopen ⇒ afdruipen, uitdruipen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 drain away • doen wegvloeien, doen weglopendrain off • afvoeren, leegmaken -
2 blood letting
n. flebotomie; draineren van bloed voor geneeskundige doeleinden; doden, bloedvergieten -
3 draining
adj. een uitputtend effect hebbend--------n. het draineren, filtreren
См. также в других словарях:
dränieren — (auch drainieren) Vsw durch Anlage eines Röhrensystems entwässern, Flüssigkeiten ableiten per. Wortschatz fach. (19. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus frz. drainer, dieses aus ne. drain, aus ae. dreahnian trocknen . Abstraktum: Drainage.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache