-
1 doubleren
-
2 doubleren
1 [verdubbelen] double1 [school(wezen)] repeat (a class) -
3 doubleren
удваивать; дублировать; делать дуплет; удвоить* * *гл.общ. удваивать, делать дуплет (на бильярде), дублировать -
4 doubleren
v. double, increase twofold; understudy -
5 een klas doubleren
-
6 дублировать
doubleren, nasynchronisкren ; eiken, eikehouten -
7 double
adj. dubbel; tweepersoons--------adv. dubbel--------n. dubbele; dubbelganger; scherpe vouw--------v. (zich) verdubbelen, dubbelvouwen; zich omwenden; doublerendouble1[ dubl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 het dubbele ⇒ dubbele (hoeveelheid/snelheid e.d.)5 〈 benaming voor〉 verdubbeling 〈 van score, bord, inzet enz. in diverse sporten〉 ⇒ 〈 bridge〉 doublet; 〈 darts〉 worp in de dubbelring; 〈 honkbal〉 tweehonkslag; 〈 paardenrennen〉 weddenschap op de dubbel♦voorbeelden:〈 sport〉 win the double • een dubbelslag slaan 〈 in voetbal bijvoorbeeld beker en kampioenschap winnen〉————————double21 dubbel ⇒ tweemaal (zo groot/veel/enz.), dubbeldik; dubbelgevouwen, dubbelgebogen; tweedelig; voor twee2 oneerlijk ⇒ dubbelhartig, vals♦voorbeelden:double bed/room • tweepersoonsbed/kamerdouble CD • dubbel-cddouble chin • onderkin, dubbele kindouble feature • bioscoopvoorstelling met twee hoofdfilmsdouble glazing/windows • dubbele beglazing/ramendouble meaning • dubbele/ambigue betekenis2 double agent • dubbelagent/spiondouble life • dubbelleven————————double31 (zich) verdubbelen ⇒ doubleren, tweemaal zo groot/veel worden3 een dubbele rol/functie spelen/hebben♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verdubbelen ⇒ doubleren, tweemaal zo groot maken3 spelen ⇒ doubleren, tijdelijk overnemen♦voorbeelden:he doubled his fists • hij balde zijn vuisten————————double4〈 bijwoord〉1 dubbel ⇒ tweemaal (zoveel als); in tweeën; samen, in groepjes van twee♦voorbeelden:cost double • tweemaal zoveel kostensee double • dubbel ziensleep double • met zijn tweeën in één bed slapen -
8 contrer
contrer [kõtree]1 zich krachtig weren tegen ⇒ zich met klem verzetten tegen, verhinderenv1) zich met klem verzetten (tegen), verhinderen2) doubleren -
9 sitzen
sitzen♦voorbeelden:1 einem Maler sitzen • voor een schilder zitten, poserenhier sitzt es sich gut • hier zit je lekker, goedan, bei, über einer Arbeit sitzen • met een werk(stuk) bezig zijnbei Tisch(e) sitzen • aan tafel zitten, etenbeim Essen, Kaffee sitzen • aan het eten zijn, aan de koffie zittenhinter, über den Büchern sitzen • boven zijn boeken zittenzu einem Bild als Modell sitzen • voor een schilderij poserender Verdacht wird auf ihm sitzen bleiben • de verdenking zal op hem blijven rusten〈 informeel〉 jemanden sitzen lassen • (a) iemand laten zitten, in de steek laten, verlaten; (b) iemand laten blijven zitten, laten doublerendie Lektion sitzt • die les ken ik〈 informeel〉 das saß! • die, dat zat!, dat was raak!¶ 〈 spreekwoord〉 wer im Glashaus sitzt, darf andere nicht mit Steinen bewerfen • wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien -
10 делать дуплет
vgener. doubleren (на бильярде) -
11 дублировать
vgener. doubleren, nasynchroniseren (фильм на другой язык) -
12 остаться на второй год
vgener. blijven zitten (в классе), een klas doubleren (в классе)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > остаться на второй год
-
13 удваивать
vgener. doubleren, verdubbelen -
14 classe
classe [klaas]〈v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉2 categorie ⇒ groep, afdeling, soort, type, klasse4 klasse ⇒ distinctie, standing♦voorbeelden:classe laborieuse • werkende klasse, het gewone volkclasse ouvrière • arbeidersklassevoitures de même classe • auto's van hetzelfde typeclasse touriste • toeristenklassewagon de première classe • eersteklaswagonêtre d'une toute autre classe • van een heel ander kaliber zijnde classe • kwaliteits-→ luttedoubler une classe • blijven zitten, doublerenêtre de la classe • spoedig afzwaaienclasse de transition • schakel-, brugklasaller en classe • naar school gaanfaire ses classes • ervaring opdoenf1) categorie, groep2) rang, graad3) klas, leerjaar4) klaslokaal5) lesuur [school]6) lichting [leger] -
15 doublage
doublage [doeblaazĵ]〈m.〉2 nasynchronisatie ⇒ (het) indubben, inspreken4 voering ⇒ bekleding, stofferingm3) (het) invallen [acteur]4) voering, stoffering -
16 doubler
doubler [doeblee]♦voorbeelden:1 doubler de valeur, de prix • tweemaal zoveel waard, tweemaal zo duur wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 inhalen ⇒ voorbijrijden, passeren♦voorbeelden:♦voorbeelden:v1) verdubbelen2) inhalen, passeren3) voeren4) vervangen, stand-in zijn -
17 redoubler
redoubler [rədoeblee]1 sterker worden ⇒ toenemen, verhevigen♦voorbeelden:redoubler de … • nog meer … aan de dag leggenredoubler de zèle • nog ijveriger wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verdubbelen ⇒ versterken, vermeerderenv1) sterker worden, verhevigen2) verdubbelen3) blijven zitten [school] -
18 doubler une classe
doubler une classeblijven zitten, doubleren -
19 делать дуплет
vgener. doubleren (на бильярде) -
20 дублировать
vgener. doubleren, nasynchroniseren (фильм на другой язык)
Страницы
- 1
- 2