-
1 drench
v. nat maken; opzuigen (van vocht)[ drentsj]1 doordrenken ⇒ doorweken, kletsnat maken♦voorbeelden: -
2 soak
n. weken; zuippartij, -lap (slang)--------v. weken, inweken; opzuigen, in de week zetten, kleddernat maken; doordringen; doordruppelen; uitwringensoak1[ sook] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————soak2♦voorbeelden:→ soak in soak in/1 weken ⇒ in de week zetten/staan♦voorbeelden:3 afzetten♦voorbeelden:soaked through • kletsnat→ soak up soak up/ -
3 sop
n. (computers-internet) aktiveert een superieur kanaal (een gradatie boven AOP maar onder Founder)sop1[ sop] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————sop2〈werkwoord; sopped〉→ sop up sop up/
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский