-
1 пережить
beleven, meemaken, doormaken ; overleven -
2 переживать
beleven, meemaken, doormaken ; overleven ; zich aantrekken, ter harte nemen -
3 испытывать
vgener. beleven, beproeven, invliegen (самолёт), keuren, ondervinden, onderzoeken, proberen, tegenkomen (что-л.), tenteren, beethebben (что-л.), doormaken, eksamineren, ervaren, examineren, medemaken, meeleven, meemaken, ondergaan, overbrengen, testen, toedragen, toetsen, (на полигоне) uitproberen -
4 переживать
vgener. (из-за чего-то, кого-то) lijden (bv.: zij leed erg onder de ruzie met haar vriend), doormaken, medeleven (с кем-л.), medemaken, meeleven, meeleven (с кем-л.), meemaken, beleven, doorleven, ondervinden, overbrengen -
5 пройти путь
vgener. doormaken (развития)
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский