-
1 een dominerend karakter
een dominerend karakter -
2 een dominerend karakter
een dominerend karakterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dominerend karakter
-
3 dominant character
dominerend karakter -
4 domineering person
dominerend persoon,overheersend persoon -
5 overbearing
-
6 possessive
adj. bezitterig, hebberig; dominerend; bezits---------n. possessief, bezittelijk voornaamwoord, (woord/vorm in de) tweede naamvalpossessive1————————possessive2〈bijvoeglijk naamwoord; possessiveness〉♦voorbeelden: -
7 ball-breaking
-
8 dominatingly
adv. op dominante wijze, dominerend -
9 macho
adj. macho, mannelijk, bruut; dominerend--------n. "macho", kerel, haantje -
10 nonpossessively
adv. op niet bezitterige wijze; niet dominerend -
11 predominately
adv. dominerend, overheersend; sterk vertegenwoordigd zijn -
12 predominatingly
adv. dominerend, overheersend; de overhand hebbend; op de voorgrond tredend, sterk vertegenwoordigd -
13 strong character
sterk karakter (dominerend, stabiel, laat zich niet met anderen meeslepen) -
14 culminant
culminant [kuulmienã]♦voorbeelden: -
15 prééminent
-
16 prépondérant
prépondérant [preepõdeerã]1 overwegend ⇒ overheersend, dominerend♦voorbeelden:voix prépondérante • beslissende stem -
17 domineren
-
18 domineren
-
19 übergreifend
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский