-
1 dikkerd
♦voorbeelden:1 dat is een gezellige dikkerd • he/she is round/fat and cuddly -
2 dikkerd
-
3 dikkerd
-
4 dikkerd
n. someone very fat -
5 een lekkere dikkerd
een lekkere dikkerdun bon gros, une petite boulotte -
6 dat is een gezellige dikkerd
dat is een gezellige dikkerdhe/she is round/fat and cuddlyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is een gezellige dikkerd
-
7 толстяк
-
8 barrel
n. vat, ton; loop (v.e. geweer)--------v. snel bewegenbarrel1[ bærəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:over a barrel • hulpeloos————————barrel2〈werkwoord; barrelled〉♦voorbeelden: -
9 gros
gros1 [groo],grosse [groos]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 dik ⇒ fors, gezet2 groot ⇒ fors, flink, hevig4 ruw ⇒ lomp, onbetamelijk♦voorbeelden:gros soupir • diepe zuchtun(e) gros(se) • dikkerd〈 informeel〉 c'est gros comme le bras, gros comme une maison • je voelt met, op je klompen aan dat het flauwekul is2 le gros de • het dikste, het voornaamste gedeelte, het gros vangros de promesses • veel belovendfait gros de conséquences • voorval dat veel gevolgen heeftdépenser en gros dix francs • alles bij elkaar tien frank besteden————————gros2 [groo]〈 bijwoord〉1 in het groot ⇒ dik, veel, grof♦voorbeelden:gagner gros • grof geld verdienenparier gros • om veel geld weddenil y a gros à parier que • er is alle kans daten gros • in grote lijnen1. = grosse; adj1) dik, gezet2) groot, fors, hevig3) belangrijk4) ruw, lomp2. grosadvin het groot, grof, veel -
10 poupard
-
11 poussah
-
12 un gros
-
13 толстяк
-
14 lekker
♦voorbeelden:lekkere trek hebben • avoir envie de qc. de bonlekker weer • un temps agréablelekker warm • bien chaudhet is lekker warm hier • il fait bon icilekker eten • bien mangerde auto loopt lekker • la voiture marche bienlekker ruiken • sentir bonlekker vinden • aimerik voel mij niet erg lekker • je ne me sens pas très bienik zit hier lekker • je suis bien icidat zit hem niet lekker • cela le tracasseik zit niet lekker • je suis mal (assis)iets lekkers • quelque chose de bon2 een lekkere dikkerd • un bon gros, une petite boulotteeen lekkere meid • un beau brin de filleik dank je lekker! • merci bien!ik doe het lekker toch niet! • je ne le ferai pas, na!hij is er lekker ingelopen • il s'est fait avoir, bien fait pour luiiemand lekker maken • allécher qn.〈 ironisch〉 voel je je wel lekker? • ça va pas la tête?lekker mis! • raté, bien fait! -
15 Dicke
-
16 Dicker
-
17 Pummel
-
18 Tonne
Tonne〈v.; Tonne, Tonnen〉1 ton 〈 ook gewicht en scheepvaart〉 ⇒ vat; 〈 informeel〉 (vuilnis)bak; 〈 scheepvaart〉 tonboei; 〈 bij zeeschepen ook〉 registerton 〈2,83 m³〉2 〈informeel; schertsend〉dikzak, dikkerd♦voorbeelden: -
19 Wonneproppen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский