-
1 deport
-
2 expel
-
3 relegate
v. verbannen; degraderen; verwijzen, overlaten[ relligeet] 〈zelfstandig naamwoord: relegation〉 -
4 transport
n. zending, vervoer; transport auto--------v. transporteren, vervoeren; wegvoerentransport1[ trænspo:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:I'd like to come, but I've no transport • ik zou wel mee willen, maar ik heb geen vervoer————————transport21 vervoeren ⇒ transporteren, overbrengen♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский