-
1 competentie
♦voorbeelden:hij heeft niet de competentie om daarover te schrijven • il n'est pas qualifié pour traiter du sujet -
2 competentie
1 [deskundigheid] competence♦voorbeelden:behoort dit tot de competentie van het bestuur? • is this within the province of the committee? -
3 competentie
компетентность; правомочность; компетенция; ведение; компетентность в; способность в; это не по моей части* * *сущ.общ. ведение, компетентность, компетенция, правомочность -
4 competentie
I.deFähigkeit fII.deKompetenz f -
5 competentie
n. competence, ability, capability; adequacy -
6 competentie
kompetenz -
7 dat behoort niet tot zijn competentie
dat behoort niet tot zijn competentieDeens-Russisch woordenboek > dat behoort niet tot zijn competentie
-
8 hij heeft niet de competentie om daarover te schrijven
hij heeft niet de competentie om daarover te schrijvenDeens-Russisch woordenboek > hij heeft niet de competentie om daarover te schrijven
-
9 behoort dit tot de competentie van het bestuur?
behoort dit tot de competentie van het bestuur?is this within the province of the committee?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > behoort dit tot de competentie van het bestuur?
-
10 dat behoort niet tot de competentie van dit hof
dat behoort niet tot de competentie van dit hofVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat behoort niet tot de competentie van dit hof
-
11 dat behoort tot de competentie van dit hof
dat behoort tot de competentie van dit hofVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat behoort tot de competentie van dit hof
-
12 het behoort niet tot mijn competentie
мест.общ. это не входит в мою компетенцию, это не по моей частиDutch-russian dictionary > het behoort niet tot mijn competentie
-
13 компетентность
competentie -
14 компетенция
competentie -
15 kompetenz
competentie -
16 ведениe
competentie, bevoegdheid, beheer -
17 Kompetenz
-
18 competence
n. kapaciteit, vermogen (hebben); in staat zijn (om)1 (vak)bekwaamheid ⇒ vaardigheid, (des)kundigheid♦voorbeelden: -
19 capacité
capacité [kaapaasietee]〈v.〉1 capaciteit ⇒ (bevattings)vermogen, inhoud, omvang2 vermogen ⇒ (het) in staat zijn, (het) kunnen3 bekwaamheid ⇒ geschiktheid, verdienste♦voorbeelden:→ mesuref1) capaciteit, omvang3) bekwaamheid4) competentie [juridisch] -
20 ведение
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский
competentie
Страницы