-
1 chip
n. fiche; schilfer; gebakken--------v. afsplinteren, afbrokkelen; afkappen; beeldhoudenchip1[ tsjip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schilfertje ⇒ splinter(tje), scherf♦voorbeelden:〈 informeel〉 when the chips are down • als het erop aankomt, als het menens wordt¶ have a chip on one's shoulder • prikkelbaar zijn, lichtgeraakt zijn〈 slang〉 in the chip • rijk, welvarend————————chip21 afsplinteren ⇒ afbrokkelen, schilferen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)kappen ⇒ afsnijden, afbikken; onderbreken, in de rede vallen♦voorbeelden:1 chip off • afbikken, afbreken -
2 lob
n. lob, boogbal (in tennis)--------v. in een boog gooien (in tennis)lob1[ lob] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————lob2〈werkwoord; lobbed〉 -
3 hook
n. haak; ophang-haak--------v. vangen; (om-) buigen; vastmakenhook1[ hoek] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 hoek ⇒ kaap, landtong♦voorbeelden:by hook or by crook • hoe dan ook, op eerlijke of oneerlijke wijze————————hook21 vast gehaakt worden/zijn♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vastgrijpen met een haak ⇒ vasthaken, aanhaken3 〈 cricket, golf〉 als rechtshandige de bal hoog en hard naar s slaan 〈 in cricket een goede slag, in golf een fout〉♦voorbeelden:→ hook up hook up/ -
4 loft
n. zolder; hooizolder; bovenverdieping--------v. hoog slaan/schieten (bal)loft1[ loft] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zolder(kamer) ⇒ vliering, hooizolder————————loft2〈 werkwoord〉 〈 voornamelijk sport〉1 hoog slaan/schieten ⇒ een hoge boogbal slaan/schieten -
5 lobber
n. iem. die met een lob gooit (in tennis), een boogbal in de lucht gooit
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский