-
1 set foot in
binnentreden -
2 вступать
v1) gener. aanknopen, bestijgen (на престол), betreden, ingaan, intreden, intrekken, aanvaarden (в должность), begaan (на путь и т.п.), binnentreden, inkomen, instappen, instijgen, treden2) milit. inrukken3) mus. invallen -
3 входить
vgener. binnenlopen, stappen, inkomen, binnengaan, binnentreden, ingaan, inlopen, instappen, instijgen, intreden, invaren (в гавань-о судне), inzeilen (в порт, в канал и т.п.; о парусном судне), naar binnen gaan (в дом) -
4 come into
erven, ontvangen; binnenkomencome into1 (ver)krijgen ⇒ verwerven, in het bezit komen van2 komen in♦voorbeelden:come into someone's possession • in iemands bezit komencome into blossom/flower • beginnen te bloeiencome into fashion • in de mode komencome into sight/view • in zicht komencome into the world • ter wereld komen -
5 ingress
n. binnentreden, binnendringen, ingang, toegang[ ingres] 〈 formeel〉 -
6 Eintritt
Eintritt〈m.〉♦voorbeelden: -
7 eintreten
eintreten2 trappen, schoppen naar♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 trappen, schoppen in -
8 hineintreten
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский