-
1 bezingen
-
2 bezingen
1 sing (about/of) ⇒ sing the praises of -
3 bezingen
-
4 bezingen
kantaDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > bezingen
-
5 bezingen
v. sing a song of praise -
6 bezingen
sjunga -
7 bezingen
chanter -
8 bezingen
kanta -
9 célébrer
célébrer [seeleebree]〈 werkwoord〉v1) vieren, plechtig herdenken2) voltrekken [huwelijk]3) mis opdragen4) roemen, bezingen -
10 воспевать
vgener. zingen, bezingen -
11 hymn
n. hymne; psalm--------v. hymne, lofzanghymn1[ him] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hymne ⇒ lofzang, kerkgezang————————hymn2〈 werkwoord〉 -
12 sing
v. zingen; fluiten; neuriën; verklappen (i.d. spreektaal)1 〈 benaming voor〉 zingend geluid maken ⇒ suizen 〈 van wind〉; fluiten 〈 van kogel〉; tjirpen 〈 van krekel〉♦voorbeelden:sing out (for) • schreeuwen (om)sing up • luider zingen1 zingen2 dichten♦voorbeelden: -
13 cantabile
adj. te bezingen (in muziek) -
14 chanter
chanter [sĵãtee]♦voorbeelden:c'est comme si on chantait • het helpt geen zier, je bereikt er geen fluit meesi ça vous chante • als u daar zin in hebtII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 qu'est-ce que tu nous chantes là? • wat vertel je (ons) nou (voor onzin)?v1) (be)zingen2) kraaien [haan]3) sjirpen [krekel] -
15 kanta
zingen [v], bezingen [v] -
16 воспевать
vgener. zingen, bezingen -
17 sjunga
1) bezingen2) zingen -
18 besingen
besingen♦voorbeelden: -
19 kanta
zingen [v], bezingen [v]
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский