-
1 breech lock
bewegend gedeelte in mechanisme van geweer -
2 moving target
bewegend doel (doel dat zich in beweging bevindt en moeilijk te raken is) -
3 locomotive
adj. zich (automatisch) voortbewegend; bewegend, gedreven, van locomotief--------n. locomotieflocomotive1[ lookəmootiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————locomotive22 voortbewegings- ⇒ met betrekking tot/van het verkeer/het reizen♦voorbeelden: -
4 clockwise
-
5 doddering
adj. beeft, trilt1 beverig ⇒ bevend, trillend -
6 dynamic
adj. dynamischdynamic1[ dajnæmik] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (innerlijke) bewogenheid ⇒ kracht, drang————————dynamic2〈bijvoeglijk naamwoord; dynamically〉2 voortvarend ⇒ actief, energiek -
7 floater
-
8 motion
n. beweging; motie; stoelgang--------v. wenkenmotion1[ moosjn]1 beweging ⇒ gebaar, wenk2 motie♦voorbeelden:→ perpetual perpetual/1 beweging(swijze) ⇒ gang, loop♦voorbeelden:put/set something in motion • iets in beweging zetten————————motion2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
9 moving
adj. opwindend; hartbrekend--------n. beweging; verhuizing; transport[ moe:ving]♦voorbeelden:moving staircase/stairway • roltrap -
10 stirring
adj. bewegend, roerend; opwekkend, veelbewogen, sensationeel--------n. beweging, het roeren; veroorzaking[ stə:ring] -
11 Coriolis effect
n. Coriolis effect (naar naam van Frans wiskundige G. Coriolis), natuurlijk verschijnsel waarin bewegend voorwerp boven de aardbol voorkomt als afwijkend van rechte baan (door draaiing van aarde) -
12 activeness
n. werkend, bewegend -
13 agoing
adv. tijdens het gaan; bewegend, in beweging; klaar om te gaan; gereed om te gaan -
14 becalmed
adj. (boot) niet bewegend -
15 darting
adj. snel bewegend -
16 deasil
adj. draait in de richting van de klok, naar rechts bewegend, kloksgewijs -
17 easting
n. richting oosten, oosterlijke richting; naar oosten bewegend -
18 feathered
adj. met of bedekt zijn met veren; veer-, als veertje; snel bewegend -
19 hyperkinesia
n. Hyperkinesia, te veel bewegend (van spieren, bij geneeskunde) -
20 hypocycloid
n. hypocycloïde, curve, gevormd door baan van bewegend punt over omtrek van cirkel die draait in grotere cirkel (geometrie)
- 1
- 2
См. также в других словарях:
bewegend — bewegend … Deutsch Wörterbuch
bewegend — 1. ↑kinetisch, ↑motorisch, 2. touchant … Das große Fremdwörterbuch
bewegend — ergreifend; herzbewegend; rührend; herzergreifend; aufwühlend * * * be|we|gend <Adj.>: tiefe Gefühle erweckend, erschütternd, ergreifend: ein er Moment … Universal-Lexikon
bewegend — be|we|gend; ein bewegendes Schauspiel … Die deutsche Rechtschreibung
Automat — Maschine; Roboter; Gerät; Aggregat; Anlage * * * Au|to|mat [au̮to ma:t], der; en, en: 1. Apparat, der nach Einwerfen einer Münze Waren ausgibt oder bestimmte Leistungen erbringt: lösen Sie den Fahrschein bitte am Automaten!; Zigaretten am… … Universal-Lexikon
beweglich — gewandt; flink; agil; elastisch; variabel; flexibel; unter Dampf stehen (umgangssprachlich); wendig; biegsam; mobil; platzierbar; … Universal-Lexikon
kriminell — unrechtmäßig; widerrechtlich; ungenehmigt; verboten; gesetzwidrig; unzulässig; nicht erlaubt; gesetzeswidrig; unberechtigt; illegal; unautorisiert; … Universal-Lexikon
ruhig — unbeschwert; entspannt; gelöst; locker; ungezwungen; unbesorgt; sorglos; ruhend; starr; stationär; bewegungslos; ortsfest; … Universal-Lexikon
behäbig — gelassen; geduldig; ruhig; träge; lahm; langsam; bedächtig; gemächlich * * * be|hä|big [bə hɛ:bɪç] <Adj.>: a) beleibt und phlegmatisch, schwerfällig: ein behäbiger Mann. Syn.: ↑ … Universal-Lexikon
zappelig — rastlos; unruhig; getrieben; ruhelos * * * zap|pe|lig [ ts̮apəlɪç] <Adj.> (ugs.): a) (besonders von Kindern) sich ständig unruhig [hin und her] bewegend: ein zappeliges Kind; was bist du denn so zappelig? Syn.: ↑ fahrig, ↑ nervös, ↑ … Universal-Lexikon
amphibisch — am|phi|bisch 〈Adj.〉 1. in der Art der Amphibien, ihnen eigentümlich 2. im Wasser u. auf dem Land lebend, sich bewegend ● amphibischer Krieg Verbindung von Land u. Seekrieg * * * am|phi|bisch <Adj.>: 1. im Wasser u. auf dem Land lebend od.… … Universal-Lexikon