-
1 categorical
adj. met onbetwistbare zekerheid; beslistheid; vastberaden[ kætigorrikl]1 categorisch ⇒ onvoorwaardelijk, absoluut; afdoend2 expliciet ⇒ uitgesproken, zonder omwegen -
2 decision
n. besluit, beslissing[ dissizjn]1 beslissing ⇒ besluit, uitspraak2 〈 boksen〉zege/winst op punten♦voorbeelden:1 arrive at/take a decision • een beslissing/besluit nemengive a decision on a case • een uitspraak doen in een zaak♦voorbeelden: -
3 finality
-
4 resolution
n. beslissing; resolutie, scheiding, vaste mening; oplossing[ rezzəloe:sjn]1 resolutie ⇒ motie, voorstel, plan2 besluit ⇒ beslissing, voornemen♦voorbeelden:1 pass/carry/adopt a resolution • een motie aannemen/goedkeurenreject a resolution • een motie verwerpen1 oplossing ⇒ ontbinding, ontleding2 vastberadenheid ⇒ beslistheid, vastbeslotenheid -
5 resolve
n. besluit, vastberadenheid--------v. oplossen; besluiten, beslissen; ophelderen; scheidenresolve1[ rizzolv]1 besluit ⇒ beslissing, voornemen♦voorbeelden:keep one's resolve • bij zijn beslissing blijven————————resolve21 een beslissing/besluit nemen ⇒ besluiten, zich voornemen3 zich oplossen ⇒ zich ontbinden, uiteenvallen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:7 that resolved us to … • dat deed ons besluiten om … -
6 categoric
adj. onbetwistbare zekerheid; beslistheid; vastberaden -
7 categorically
adv. met onbetwistbare zekerheid; met beslistheid; op vastberaden manier -
8 determinability
n. beslistheid, de gave hebben te beslissen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский