-
1 ограбить
beroven, (uit)plunderen -
2 ограбить
vgener. uitschudden, (iem.) van zijn geld beroven, beroven, naakt uitschudden, ontroven, uitplunderen -
3 bereave
v. onteigenen, stelenbereave1[ birrie:v] 〈werkwoord; voornamelijk passief〉♦voorbeelden:the accident bereaved him of his daughter • bij het ongeval verloor hij zijn dochter————————bereave2♦voorbeelden: -
4 deprive
-
5 heist
-
6 mug
n. mok; sukkel; smoel (slang)--------v. beroven, aanvallen; uit het hoofd lerenmug1[ mug] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————mug2〈werkwoord; mugged〉→ mug up mug up/ -
7 dévaliser
-
8 ausrauben
ausrauben, bausräubern/b♦voorbeelden: -
9 bringen
bringen♦voorbeelden:etwas an sich bringen • zich meester maken van ietsjemanden auf eine Lösung bringen • iemand een oplossing doen vinden, aan de hand doenich habe die Arbeit hinter mich gebracht • ik heb het werk af gekregendu musst es hinter dich bringen! • je moet erdoorheen!jemanden ins Bett bringen • iemand naar bed brengendas brachte viel Arbeit mit sich • dat bracht veel werk met zich meejemanden nach Hause bringen • iemand thuisbrengen, naar huis brengenetwas nicht über sich bringen • iets niet over zijn hart kunnen (ver)krijgenjemanden wieder zu sich, zu(m) Bewusstsein bringen • iemand weer tot bewustzijn brengenes zu etwas bringen • iets bereiken (in het leven), er iets van makener hat es zu nichts gebracht • hij heeft niets bereikt (in het leven)jemanden zum Lachen, Schweigen bringen • iemand doen lachen, zwijgendas Auto zum Stehen bringen • de auto tot stilstand, staan brengendas bringt nichts • dat haalt niets uitwas bringt das? • wat levert dat op?für mich bringt das wenig • daar heb ik niet veel aandas bringe ich nicht • dat krijg ik niet voor elkaardie beiden haben es auf 5 Kinder gebracht • die twee hebben 5 kinderen gekregenes auf 70 Jahre bringen • 70 jaar worden, de zeventig halender Wagen hat es auf 100.000 Kilometer gebracht • die wagen heeft er 100.000 kilometer op zittenjemanden um sein Vermögen bringen • iemand van zijn vermogen beroven -
10 entkleiden
-
11 взять
nemen ; aanhouden ; afnemen, ontnemen, beroven -
12 лишать
ontnemen, ontzeggen, beroven -
13 лишить
ontnemen, ontzeggen, beroven -
14 грабить
v1) gener. aflopen, brandschatten, roven, beroven, ontroven, plunderen, uitkleden, vrijbuiten2) liter. plukken -
15 лишать
vgener. ontbloten, ontzetten, benemen, beroven van (чего-л.), ontnemen, onttrekken (кого-л., чего-л.), ontzeggen (чего-л.) -
16 лишать жизни
vgener. (кого-л.) (iem.) het leven ontnemen, (iem.) om hals brengen, (iem.) van 't leven beroven, (iemands) levenslicht uitblazen (кого-л.), ombrengen, ontzielen -
17 лишить всяких иллюзий
vRussisch-Nederlands Universal Dictionary > лишить всяких иллюзий
-
18 лишить денег
vgener. (кого-л.) (iem.) van zijn geld beroven -
19 похищать
vgener. ontrollen, roven, beroven, ontroven, ontvoeren, ontvreemden, schaken (женщину), stelen -
20 убивать
v
См. также в других словарях:
Nackter — 1. Bekümmere dich um keinen Nackten, er bekommt schon Federn. (Oberpfalz.) 2. Der Nackte ist übel zu berauben. – Simrock, 7287; Schottel, 1131b. Bei Tunnicius (119): De nakede is quât to beroven. (Vestimenta potest a nudo tollere nemo.) 3. Ein… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon