-
1 обойтись
omgaan, behandelen ; kosten, belopen ; buiten iets kunnen zijn, iets kunnen missen -
2 обходиться
omgaan, behandelen ; kosten, belopen ; buiten iets kunnen zijn, iets kunnen missen -
3 составить
samenstellen, mengen ; schrijven, opstellen, opmaken ; bedragen, belopen, omvatten, neerkomen -
4 составлять
samenstellen, mengen ; schrijven, opstellen, opmaken ; bedragen, belopen, omvatten, neerkomen -
5 доходить
vgener. belopen (до места), komen, bereiken (до места), geraken, reiken (tot, aan-äî) -
6 наливаться
-
7 непроходимый
adjgener. niet te belopen, onbegaanbaar, ondoordringbaar, ongebaand, onoverbrugbaar (о преграде, пропасти и т.п.) -
8 обходить
vgener. omzeilen (перен.), achteruitzetten (кого-л. при повышении по службе и т.п.), aftreden, omgaan, omlopen, omtrekken, omwandelen, rondgaan, rondlopen, belopen (участок дороги), doorgaan, ontduiken (закон) -
9 потерпеть аварию
vgener. averij belopen, averij krijgen -
10 растекаться
vgener. belopen (о жидкости), uitvloeien, doorlopen -
11 составлять
v1) gener. aanleggen (коллекцию), belopen (сумму), bundelen (сборник), maken, opmaken (протокол и т.п.), stellen (письмо и т.п.), uitmaken, uitwerken, bedragen (сумму), beramen (план, смету), bouwen (планы), in elkaar zetten (вместе), ineenzetten, ontwerpen (план, проект), plannen beramen, samenstellen, vervatten, vormen2) gram. construeren (фразу, предложение) -
12 ходить
vgener. afzeilen, belopen (по дороге и т.п.), plassen, verplegen, begaan (по чему-л.), gaan, lopen (h, z), uitspelen (в картах), verzorgen, wandelen
См. также в других словарях:
Belaufen — Belaufen, verb. irreg. (S. Laufen,) welches in doppelter Gattung üblich ist. I. Als ein Activum, auf oder zu etwas laufen, doch nur in einigen uneigentlichen Bedeutungen. 1) die Grenzen belaufen, sie begehen, oder persönlich besichtigen. Die… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Grösse — 1. An der Grösse liegt nicht viel. – Blum, 439. Frz.: Les hommes ne se mesurent pas à l aune. (Lendroy, 72.) Lat.: Enecat ingentem vipera parva bovem. (Seybold, 146 u. 426.) 2. An der Grösse liegt s nicht, sonst wär ein Mühlstein mehr werth als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schande — 1. An etwas Schande stirbt man nicht. Frz.: Un peu de honte est bientôt bue. (Cahier, 872.) 2. Besser a Schand in Punim (Gesicht) eider (als) a Kränck (Krankheit, Schmerz) in Bauch. (Jüd. deutsch. Warschau.) Das Sprichwort meint, eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon