-
61 have one's teeth done
zijn tanden laten nakijken/behandelen -
62 hear
v. luisteren; horen1 horen♦voorbeelden:1 I've heard say/tell that he has been in prison • ik heb gehoord dat hij in de gevangenis heeft gezetenhear from • bericht krijgen van, horen vanhear of/about • horen van/over¶ hear! hear! • bravo!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 luisteren naar ⇒ 〈 juridisch〉 (ver)horen, behandelen; verhoren 〈 gebed〉, overhoren, gehoor geven aan2 vernemen ⇒ kennis nemen van, horen♦voorbeelden:both parties were heard • beide partijen werden gehoordwe will hear him out • wij zullen hem laten uitspreken -
63 high-hat
high-hat1〈 zelfstandig naamwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 snob————————high-hat2〈 werkwoord〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 -
64 ill-use
-
65 iodize
v. jodium toevoegen; ergens jodium opdoen; met jodium behandelen[ ajjədajz] -
66 kick about
rondzwerven, rondreizen zonder doelkick aboutII 〈 overgankelijk werkwoord〉III 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
67 kick around
doelloos rondlopenkick around2 in leven zijn ⇒ bestaan, rondhollenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:III 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
68 labour
n. arbeiderspartijlabour1I 〈eigennaam; Labour〉1 werk(stuk) ⇒ taak, opdracht♦voorbeelden:1 labour of love • (met/uit) liefde (verricht) werk♦voorbeelden:→ hard hard/————————labour2♦voorbeelden:2 labour at/over something • op iets zweten/zwoegenlabour for a cause • zich voor een zaak inzetten→ labour under labour under/II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
69 let up on
let up onmilder/minder streng behandelen -
70 let up
v. minder extreem of langzamer worden, verminderen (bv. "Het sneeuwt al zo'n lange tijd, zal het nu ooiit verminderen?")let up1 minder worden ⇒ afnemen, gaan liggen♦voorbeelden:without letting up • onverminderd -
71 lime
n. tropische citroen; linde; gebrande/ongebluste kalk; kleverige vogelvanger--------v. met lijm bestrijken, lijmen; met kalk bemesten of behandelenlime1[ lajm]1 limoen2 linde1 gebrande/ongebluste kalk ⇒ calciumoxide♦voorbeelden:————————lime2〈 werkwoord〉 -
72 make a difference between
-
73 manhandle
v. ruw aanpakken; hardhandig verschuiven[ mænhændl, -hændl]1 ruw behandelen ⇒ toetakelen, afranselen -
74 maul
n. hamer--------v. verwonden, ruw aanpakken, toetakelen[ mo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————maul2〈 werkwoord〉 -
75 meet
adj. op de juiste plaats zijnde, passend, voorzien--------n. ontmoeting; plaats van ontmoeting (bij jagers, etc.)--------v. ontmoeten; samenkomen; tegenkomen; kennis maken met; antwoord geven aan; volgens het tijdschema meegaanmeet1[ mie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————meet21 elkaar ontmoeten ⇒ elkaar treffen/tegenkomen♦voorbeelden:→ meet with meet with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontmoeten ⇒ treffen, tegenkomen4 afhalen5 behandelen ⇒ tegemoet treden, het hoofd bieden8 ondervinden ⇒ ondergaan, dragen♦voorbeelden:meet the expenses • de kosten dekken -
76 mismanage
v. slecht behandelen of besturen, verkeerd aanpakken[ mismænidzj] -
77 nitrate
n. nitraat, salpeterzuurzout (chemie); nitraatmeststof--------v. behandelen met salpeterzuur (in chemie)[ najtreet, -trət] 〈 scheikunde〉1 nitraat -
78 nurse
n. zuster, verpleegster--------v. aan de borst zijn; verplegen, verzorgen; zogen, borstvoeding gevennurse1[ nə:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verpleegster/pleger ⇒ verpleegkundige3 voedster♦voorbeelden:1 male nurse • verpleger, ziekenbroederregistered nurse • verpleegkundige met staatsdiplomanurse! • zuster!————————nurse22 min zijn♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:5 nurse a grievance/grudge against someone • een grief/wrok tegen iemand koesterennurse plants • planten met zorg omgeven/koesteren -
79 proportional
adj. verhoudingsgewijs; gelijke behandelen; proportioneelproportional1————————proportional21 verhoudingsgewijs ⇒ proportioneel, evenredig♦voorbeelden: -
80 psychoanalysis
n. psychoanalyse (psychologische wetgeving van Freud, manier van behandelen van geestesafwijkingen d.m.v. gedragsonderzoek)[ - ənælissis]
См. также в других словарях:
Johannes de Gorter — (auch Jan bzw. Johann de Gorter; * 19. Februar 1689 in Enkhuizen; † 11. September 1762 in Wijk bij Duurstede) war ein niederländischer Mediziner. Inhaltsverzeichnis 1 Leben und Wirken 2 Familie 3 … Deutsch Wikipedia
Haushalten — 1. Haushalten hat ein weit Maul. – Jer. Gotthelf, Köthi (Berlin 1847), II, 153. 2. Haushalten ist ein theuer Ding. Holl.: Het huishouden kost veel. (Harrebomée, I, 346.) 3. Hausshalten ist ein schwer Ding verwalten. – Petri, II, 374. 4. Jeder… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Verständige (der) — 1. Dem Verständigen ist bald genug gesagt. – Schottel, 1130a. Holl.: Den verstandige is haast genoeg gezegd. – Een woord is voor de geleerden genoeg. – Het is genoeg gezegd voor hem, die verstand heeft. (Harrebomée, II, 373b u. 480a.) Schwed.:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon