-
1 bagage
bagage -
2 bagage
bagage [baagaazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:faire ses bagages • z'n koffers pakkenplier bagage • z'n biezen pakken= bagages; m (pl)1) bagage -
3 Bagage
-
4 bagage
ekipahe -
5 plier bagage
plier bagage -
6 багаж
bagage -
7 багажный
bagage -
8 bagages
= bagage -
9 reseffekter
bagage -
10 tross
bagage -
11 luggage
-
12 impedimenta
n. (leger)bagage; bagage/lading die vertraging veroorzaakt[ impeddimmentə] -
13 сдавать багаж
vgener. bagage aangeven, zijn bagage afgeven -
14 baggage
n. bagage; legeruitrusting; ondeugend meisje[ bægidzj]1 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 bagage ⇒ reisgoed; 〈 figuurlijk〉 algemene ontwikkeling, belezenheid -
15 left luggage
afgegeven bagage, bagage in depot -
16 baggage claim
plaats waar bagage wordt ontvangen, plaats op luchthaven waar bagage van reizigers na vlucht verzameld wordt en door reizigers opgehaald wordt -
17 baggravation
n. kwellend gevoel dat iemand heeft als zijn bagage niet met de bagage van medereizigers arriveert bij aankomst op het vliegveld -
18 tout
tout1 [toe]〈m.〉1 geheel ⇒ totaal, alles2 hoofdzaak ⇒ (het) belangrijkste, voornaamste♦voorbeelden:risquer le tout pour le tout • alles op het spel zetten(ne) … (pas) du tout • helemaal niet, absoluut nietdu tout • helemaal nietdu tout au tout • helemaal, volledig————————tout2 [toe],1 (ge)heel ⇒ volledig, een en al3 〈 elliptisch〉(bestemd, geschikt) voor ieder(e) ⇒ met alle …, van alle …♦voorbeelden:en toute simplicité • in alle eenvoudil est toute simplicité • hij is een en al eenvoud, hij is de eenvoud zelvetout le temps • voortdurend, aldoor, altijd2 tout un chacun • een ieder, iedereentous (les) deux • allebei, alle tweetous les deux jours • om de andere dagtout ce qu'il y a de gens connus • alle bekende mensenc'est sérieux? tout ce qu'il y a de plus sérieux • echt waar?, honderd procent serieus, ik meen het echt(film) tous publics • (film) voor ieder publiek, voor een breed publiekvéhicule tous terrains • terreinwagen, -voertuig, jeeppour tout (bagage) • als enige (bagage)————————tout3 [toe],1 alles ⇒ allemaal, allen, iedereen♦voorbeelden:avoir tout de • alle eigenschappen hebben vanpour tout dire • al met alc'est tout dire • daarmee is alles gezegdce sera tout pour aujourd'hui • daar zullen we het vandaag bij latentous (au)tant que nous sommes • wij allen, zonder uitzonderingaprès tout • tenslotte, alles welbeschouwden tout et pour tout • niet meer dan, alles bij elkaarenvers et contre tous • tegen iedereenpar-dessus tout, au-dessus de tout • bovenal, vooralvoilà tout • dat is alles¶ comme tout • heel erg, vreselijket tout • en zo, en wat dies meer zijet tout et tout • enzovoort, enzovoort————————tout4 [toe]〈 bijwoord〉1 heel ⇒ erg, zeer, bijzonder, helemaal3 geheel en al ⇒ een en al, niets dan♦voorbeelden:1 tout juste • nog maar net, op het nippertjeêtre tout yeux, tout oreilles • een en al oor, vol aandacht zijnc'est tout un • dat is precies hetzelfdetout aussi grand que • (precies) even groot alsêtre tout à ses projets • helemaal opgaan in zijn, haar plannentout à vous • geheel tot uw beschikking, tot uw dienst¶ tout d'abord • allereerst, voor allestout enfant, tout gosse • als kind al …tout à fait • helemaal, preciestout au moins • op z'n (aller)minsttout au plus • hoogstensle tout dernier, premier • de allerlaatste, allereersteà tout jamais • voor altijdtout de même • tochtout en marchant, il m'a raconté • terwijl we liepen, onder het lopen vertelde hij metout en étant riche, il vit très simplement • hoewel hij rijk is, leeft hij erg eenvoudigtout riche que je suis • hoe rijk ik ook ben1. m1) geheel, totaal2) hoofdzaak3) heelal2. tout, tous, toutespron1) alles2) allemaal, iedereen3. tout, toute, tous, toutesadj1) geheel, volledig2) elk, ieder3) bestemd voor4. adv1) heel, erg, helemaal2) zuiver3) geheel en al -
19 pour tout
-
20 Gepäckabfertigung
См. также в других словарях:
bagage — [ bagaʒ ] n. m. • 1265; de l a. fr. bagues, de l angl. bag « paquet » 1 ♦ Vx Matériel d une armée. Mod. Loc. fig. Se rendre, capituler avec armes et bagages : accepter une entière défaite. Fam. Avec armes et bagages : avec tout son matériel, tout … Encyclopédie Universelle
bagage — BAGAGE. s. m. Équipage de ceux qui sont en voyage ou à la guerre. Cheval de bagage. Gros bagage, pour dire, Le bagage qui ne sauroit être voituré que par des charrois. Menu bagage, pour dire, Le bagage qui peut être porté sur des bêtes de somme.… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
bagage — BAGAGE. s. m. Equipage de ceux qui vont par pays, & principalement des gens de guerre. Cheval de bagage, les bagages de la Cour. les bagages de l armée. Gros bagage de l armée. C est la partie du bagage qui occupe le plus de place dans une armée … Dictionnaire de l'Académie française
bagage — Bagage, m. pen. C est le menu equipage que les gens de guerre font porter apres eux, ou sur charretes, ou sur sommiers, ou sur le dos des goujards, et par consequent se prend aussi pour les chartiers, muletiers, et goujards, portans et menans ce… … Thresor de la langue françoyse
Bagage — Sf Gesindel std. vulg. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. bagage m. Troß , einem Kollektivum zu frz. bagues Pl. Gepäck (Singular wohl Sack o.ä.). Die (nur deutsche) Bedeutungsverschlechterung zu Gesindel beruht darauf, daß der Troß bei den… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Bagage — bezeichnet in Frankreich das Gepäck im 16. und 17. Jahrhundert den Heerestross und Gesindel eines Landsknechtheeres (abwertend) Gesindel, Pack Siehe auch: Wiktionary: Bagage – Bedeutungserklärungen, Wortherkunft, Synonyme,… … Deutsch Wikipedia
Bagage — Bagage,die:1.⇨Gesindel–2.⇨Gepäck Bagage 1.→Gesindel 2.→Gepäck … Das Wörterbuch der Synonyme
Bagage — Curieux nom surtout porté à la Réunion. S agirait il du surnom d un voyageur ? Difficile de savoir. Le nom était autrefois porté dans la Meuse, on le rencontre aussi en Belgique. A noter que dans certaines régions de Wallonie le mot bagage a été… … Noms de famille
Bagage — Bagage: Das seit dem 16. Jh. bezeugte Fremdwort stammt aus der Soldatensprache und bedeutete ursprünglich »Gepäck, Tross«. Heute ist es veraltet und lebt eigentlich nur noch als Scheltwort für »Gesindel«, eine Bedeutungsentwicklung, die der von ↑ … Das Herkunftswörterbuch
Bagage — (fr., spr. Bagahsch), 1) der große Wagentrain einer Armee, welcher das Gepäck, die Lebensmittel, Fourage, so wie die übrigen Bedürfnisse u. Geräthe (nicht die Munition) den einzelnen Truppentheilen im Ganzen nachführt. Die Heere der neueren Zeit… … Pierer's Universal-Lexikon
Bagage — (franz., spr. bagāsch ), Reisegepäck, besonders die für die unmittelbare Schlagfertigkeit und Bequemlichkeit der Truppen auf Fahrzeugen (früher auch Packpferden, Maultieren) mitgeführten Bedürfnisse. Zur kleinen B. gehören die Handpferde der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon