-
1 autoriseren
-
2 autoriseren
авторизовать; уполномочить* * *гл.общ. авторизовать, уполномочивать -
3 autoriseren
v. authorize, permit; sanction -
4 autoriseren
bemyndiga -
5 autoriseren
autoriser -
6 авторизовать
vgener. autoriseren -
7 уполномочивать
vgener. autoriseren, machtigen, volmacht geven -
8 authorise
v. toestaan; toestemming geven; volmacht verlenen, autoriseren (ook "authorize")→ authorize authorize/ -
9 authorize
v. toestaan; toestemming geven; volmacht verlenen, autoriseren (ook "authorize")authorize, authorise[ o:θərajz]1 machtigen ⇒ recht geven tot, volmacht verlenen2 goedkeuren ⇒ inwilligen, toelaten3 rechtvaardigen ⇒ verantwoorden, billijken♦voorbeelden:1 authorized agent • gevolmachtigd vertegenwoordiger, gevolmachtigdeauthorized persons • bevoegde personen3 custom and tradition authorize us to act this way • gewoonte en traditie rechtvaardigen onze handelwijze -
10 canonize
v. heilig verklaren, heilige worden; als heilig persoon behandelen, iemand aanbidden; officieel aanvaard makencanonize, canonise[ kænənajz] 〈zelfstandig naamwoord: canonization〉 -
11 empower
-
12 enable
-
13 empowerment
n. machtigen, autoriseren -
14 авторизовать
vgener. autoriseren -
15 уполномочивать
vgener. autoriseren, machtigen, volmacht geven -
16 bemyndiga
1) autoriseren2) volmachtigen3) machtigen -
17 autorisieren
См. также в других словарях:
autorisieren — Vsw ermächtigen erw. fremd. Erkennbar fremd (16. Jh.) mit Adaptionssuffix. Über frz. autoriser entlehnt aus ml. auctorizāre ermächtigen, bestätigen ( mit dem Recht des Autors ausstatten ). Ebenso nndl. autoriseren, ne. authorize, nfrz.… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache