-
1 alledaags
2 [gewoon] everyday♦voorbeelden:de kleine, alledaagse dingen van het leven • the little everyday things of lifealledaagse taal • everyday languagedat is niet iets alledaags • that's not an everyday occurrence -
2 alledaags
2 [gewoon] normal♦voorbeelden: -
3 alledaags
будничный, обыденный, ежедневный; заурядный; обычный, обыкновенный; бытовой* * *1) ежедневный2) повседневный, будничный* * *прил.общ. обыденный, приземлённый, будничный, повседневный, ежедневный, заурядный -
4 alledaags
alltäglich -
5 alledaags
komunDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > alledaags
-
6 alledaags
adj. everyday, common, commonplace, unremarkable--------adv. commonly, usually -
7 alledaags
bn1) banal, normal2) quotidien/-ienne, de tous les jours -
8 alledaags
1) vardaglig2) trivial3) dagligen -
9 alledaags
commonplace, dismal, trite, daily, run-of-the-mill -
10 alledaags
sıradan adj -
11 alledaags
banal, journalier, quotidien, vulgaire -
12 alledaags
komun -
13 dat is niet iets alledaags
dat is niet iets alledaagsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is niet iets alledaags
-
14 een alledaags gezicht
een alledaags gezichtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een alledaags gezicht
-
15 svakidasdnji
alledaags -
16 commonplace
alledaags -
17 trite
alledaags -
18 обыденный
alledaags, gewoon -
19 dismal
alledaags, onaangenaam, naar, donker -
20 commonplace
adj. banaal, afgezaagd--------n. gewoon, alledaags; afgezaagdcommonplace1[ kommənplees] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gemeenplaats ⇒ platitude, cliché————————commonplace22 alledaags ⇒ gewoon, doorsnee
См. также в других словарях:
Herman Franke — (eigentlich Hermannus Johannes Franke, * 13. Oktober 1948 in Groningen; † 14. August 2010 in Amsterdam) war ein niederländischer Kriminologe, Hochschullehrer und seit 1995 freier Schriftsteller. Bekannt wurde er zunächst durch Sachbücher und… … Deutsch Wikipedia