-
1 afschermen
1 faire écran à (qc.)♦voorbeelden:1 een atoomreactor moet goed zijn afgeschermd • un réacteur nucléaire doit être soigneusement blindélicht afschermen • masquer les lumières〈 figuurlijk〉 iemand voor iets afschermen • protéger qn. de qc. -
2 afschermen
♦voorbeelden:een kernreactor afschermen • shield a nuclear reactor -
3 afschermen
-
4 afschermen
v. screen off, build a partition; conceal; protect, watch over -
5 afschermen
• to cover• to fence• to guard• to mask• to protect• to screen• to shield -
6 iemand voor iets afschermen
iemand voor iets afschermenprotéger qn. de qc. -
7 licht afschermen
licht afschermen -
8 de bal met het lichaam afschermen
de bal met het lichaam afschermenshield/screen the ballVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de bal met het lichaam afschermen
-
9 een kernreactor afschermen
een kernreactor afschermenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kernreactor afschermen
-
10 screen off
afschermen -
11 to fence
afschermen -
12 to guard
afschermen -
13 to protect
afschermenbeschermenbeveiligen -
14 to screen
afschermenzeven -
15 screen
n. scherm; koorhek; afscheiding; doek; vermomming; schild; vitrage; korf--------v. afschermen, afschutten, beschermen, dekken (soldaat); verbergen, camoufleren; doorlichten, screenen; vertonen; verfilmenscreen1[ skrie:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 doek ⇒ projectiescherm; beeldscherm5 hor♦voorbeelden:under screen of night • onder dekking van de nacht————————screen2II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 zeven5 doorlichten ⇒ op geschiktheid testen, screenen♦voorbeelden:screen out the light • het licht buiten houdenscreen someone from something • iemand voor iets behoeden -
16 insulate
v. isoleren; afschermen[ insjoeleet] -
17 shade
n. schaduw; schuilplaats; nuance; vuiltje; luik; geest; kap; tint; scherm; achtergrond--------v. beschutten, beschermen; afschermen; arceren; geleidelijk overgaan in (v. kleuren)shade1[ sjeed]4 schim ⇒ geest, spook5 tikkeltje ⇒ ietsje, beetje♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 cast someone/something into the shade, put someone/something in the shade • iemand/iets overtreffen/overschaduwenIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————shade2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the trees shaded the little square • het pleintje lag in de schaduw van de bomen -
18 затемнять
vgener. afschermen (ñâåò), verduisteren, beschaduwen, verdonkeren -
19 парировать
-
20 экранировать
vradio. afschermen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
afschermen
Страницы